Toyota Land Cruisers worden oud, heel oud. Het heeft weinig zin om ze naar een autokerkhof te brengen. Ze krijgen die toch niet kapot. Types zoals de Corolla, Carina of Camry hadden Toyota al een imago van betrouwbare auto’s bezorgd, maar de stoere Land Cruiser ging nog een stap verder. Z’n onverzettelijk karakter heeft de Japanse gigant geen windeieren gelegd. Toen de Land Cruiser uitkwam, zag men deze vierwielaandrijver als een Jeep-of Land Rover-kopie, zoals Japanners destijds veel ideeën en ontwerpen kopieerden. Maar in de loop der jaren is de eerste generatie Land Cruiser uitgegroeid tot een waar icoon.
Een oorlogsbaby
Z’n ontstaan gaat terug naar de tweede wereldoorlog. Toen het Japanse leger in 1941 de Filipijnen binnenviel, vonden ze een oude Amerikaanse Jeep. Een zeer primitief model, maar meteen zagen de Jappen de praktische voordelen in oorlogstijd. Deze basic vierwielaandrijver werd naar Japan verscheept en Toyota kreeg de opdracht iets gelijkaardigs voor het Japanse leger te ontwikkelen. Begin jaren ’50 was het weer van dat. Nu was het de Koreaanse oorlog waar de Amerikanen dringend 4x4’s nodig hadden. Toyota had daar ervaring mee, dus kreeg het de opdracht van de Amerikanen om deze te leveren. De VS besefte toen nog niet dat ze een sterke concurrent voor hun eigen Amerikaanse Jeep aan het creëren waren.
Na de oorlogsjaren bleef Toyota verder werken op deze basis. Toyota ging er van uit dat er nog meerdere grote oorlogen zouden uitbreken en dat de diverse legers wereldwijd de grootste klanten zouden worden. Godzijdank verliep het anders. Toen de J40 (de J van Jeep) in 1960 op het toneel verscheen, waren het vooral burgers (boswachters, avonturiers) in afgelegen gebieden die klant werden. Vanaf deze versie was er ook export naar Europa en de VS. Geen toeval, dat was de periode dat Toyota wereldwijde ambities koesterde en zich wou profileren als betrouwbare value for money. En of dat gelukt is.
Functie boven vorm
Het lastenboek voor de Land Cruiser was eigenlijk simpel: get the job done. In welke omstandigheden dan ook. Moeilijk terrein was geen excuus. Voor dat moeilijk werk werd gebruik gemaakt van een oerdegelijk ladderchassis. Op die basis werden alle panelen gemonteerd. Dat chassis bleek onverwoestbaar en alles wat er boven stond, was makkelijk te vervangen of te repareren. En voorts geen grammetje materiaal dat niet functioneel was. De J40 kreeg een beest van een motor, aanvankelijk een 3900cc benzine (met slechts 105pk). Niet ontworpen voor sprintsnelheden, wel voor een steeds aanwezig koppel. Bij zo’n soepele motor volstonden drie versnellingen en een zeer straffe koppeling. Beenhard afgeveerd, zoals dat hoorde voor een off-roader. Een 4x4 met een centraal Torsen sperdifferentieel. Een lier op de neus en een trekhaak achteraan. Met die ingrediënten kon de Landcruiser het onmogelijke verrichten en straalde in alle omstandigheden een onoverwinnelijkheid uit. Je kon er Afrika mee veroveren.
Bij z’n lancering in 1960 was hij uitsluitend leverbaar in de korte versie met twee deuren, minder dan 4m lang en net geen 2m hoog. Met die compacte afmetingen kon de Land Cruiser in dichte bebossing of in een jungle zich overal tussenwringen. Vanaf 1963 was de Landcruiser ook verkrijgbaar met een langere wielbasis, interessant voor goederen of personenvervoer. En nog later, vanaf 1973 ook beschikbaar met een 3000cc zescilinder diesel (met slechts 85pk). Een uitzonderlijk sterke motor, hoeft dat nog gezegd.
Het hardst werkende paard van de stal
Bij de eerste Land Cruiser was het duidelijk waarvoor hij bedoeld was: geen comfort, geen prestaties of snelheid, een echte off-roader. Geen opgehoogde break met spatbordverbreders of dikke zomerbanden. Hij stamt nog uit de tijd dat 4x4-voertuigen nog echte terreinwagens waren. Geen show-SUV’s die geen spatje modder te zien kregen. Deze J40 beschikte over een beresterke transmissie en ploegde zonder blikken of blozen tot op z’n assen door de modder van het diepst gelegen oorlogsgebied of bracht avonturiers naar de meest afgelegen plekken.
De kilometerstand is geheel irrelevant. Land Cruisers verdwijnen niet. Er is altijd wel iemand die met diverse onderdelen aan de slag gaat en de zaak draaiende houdt. Er kon ook niet veel stuk gaan. Gevrijwaard van gadgets, geen airco of stuurbekrachtiging. Soberheid troef. Hij was bestemd om te werken, niet om te stoefen.
De start van een lange traditie
“Het lastenboek was simpel: get the job done”Vooral sinds de jaren ’70 begonnen de Land Cruisers wereldwijd uit te zwermen. Je kwam ze tegen in woestijnen, op bergpassen, in moerassen of in de meest onherbergzame jungle. Soms als hardtop, softtop, pick-up of een plaatselijke knutselaar had er iets aparts van gemaakt. De laatste J40 werd gebouwd in 1984. Het model had toen al een legendarische status bereikt. Z’n opvolgers, de J60 en J70, werden alsmaar minder spartaans, en vooral groter en krachtiger. Ze behielden hun ploetertalent maar voegden met elke generatie wat meer comfort en finesse toe.