We mogen Henry Ford dankbaar zijn. Deze visionaire Amerikaan heeft de automobiel gepopulariseerd. In z’n begindagen was de auto een exclusiviteit voor een gepriviligeerde bovenlaag van de samenleving. Maar dankzij de massaproductietechnieken die de ondernemende Henry Ford aan het begin van de 20-ste eeuw op punt stelde, werd de auto veel goedkoper en bereikbaar voor een breed publiek. De vele files ten spijt. Z’n model T werd een daverend succes en in geen tijd werd Ford een wereldwijd concern. Met tentakels tot in Europa.
In die Europese afdeling bleef de Amerikaanse invloed nog sterk aanwezig. Met als gevolg dat kleine auto’s aanvankelijk niet in de Fordcatalogus te vinden waren. Het gamma werd gedomineerd door diverse generaties Taunus, Granada of Capri. De Escort werd al beschouwd als een zeer compacte auto. Tja Amerikanen.
Tot de Europese bobo’s begin jaren ‘70 in de gaten kregen dat een nieuwe markt begon te boomen. Het segment van de compacte (goedkope) driedeurs. Ideaal als tweede auto of als praktische boodschappenauto. Ford wou die trein niet missen. Toch was die eerste kleine Ford een laatkomer en heeft die vele concurrenten zoals de Renault 5, Volkswagen Polo of een Fiat 127 moeten laten voorgaan. Maar deze Fiesta had zeker bestaansrecht.
Een sympathieke smoel
Ford had nog nooit zo’n kleine auto ontwikkeld. Eerst werd de concurrentie grondig bestudeerd. Algauw had Ford z’n lastenboek klaar: praktisch, een vlot en sympathiek design en vooral goedkoop in aanschaf en verbruik. De nieuweling zou meteen de eerste Ford met voorwielaandrijving worden.
Het resultaat mocht er wezen. De bekende Nederlands-Amerikaanse designer Tom Tjaarda slaagde er in om Fords kleinste een guitige smoel te bezorgen. Hij zag er goed uit met dat karakteristieke, hoekige front. De nieuweling kreeg bescheiden maar moderne motoren en was meteen de lichtste auto (slechts 730kg) in z’n klasse. Hij bleek goed te rijden en blonk uit met een laag verbruik en praktische laadcapaciteiten. Hij had zelfs net iets meer binnenruimte dan z’n rechtstreekse concurrenten. Ford had z’n huiswerk goed gemaakt.
Tijd voor een feestje
De zoektocht naar een naam is nooit makkelijk in autoland. Het marketingteam en meerdere hoge pieten hadden na veel wikken en wegen en vergaderen de naam ‘Bravo’ naar voren geschoven. Eigenlijk was die knoop al doorgehakt. Tot plots de (eigenwijze) grote baas Henry Ford II zich begon te moeien en besliste dat het Fiesta zou worden. Iedereen zweeg. Tja, als rechtstreekse afstammeling en naamgenoot van de legendarische Henry Ford had je echt wel impact. En wat blijkt, uiteindelijk zijn in al die jaren bij Ford alle modelnamen veranderd, behalve de Mustang en de kleine Fiesta.
“Ford had z’n huiswerk goed gemaakt”Het basismodel begon bij een simpele 950cc. Daarboven kon de klant opteren voor een 1100cc of een 1300cc. Al snel kwamen er meerdere varianten: vanaf 1980 was er de 1300 sport met 75pk, of een automatisch schakelende versie, in die tijd zeer uitzonderlijk bij de kleintjes. Er kwam ook een luxueuze Ghia-versie met houtinleg in het dashboard. Vanaf de tweede generatie (1983) deed ook de diesel z’n intrede. Nog later verscheen de vijfdeurs.
Hoge ambities
Een opmerkelijke verschijning was de sportieve XR2. Deze had een 1600cc met 84pk en vlamde in 9.3 sec naar 100 km/u. Een exponent van de stoere boy-racers-look, met z’n ronde koplampen, pinkers in de bumpers en wat rode strepen. Het was de periode van de Golf GTI en enkele jaren later zou ook de Peugeot 205 GTI zijn stormachtige intrede doen.
Ford had hoge ambities met de Fiesta en bouwde speciaal voor de kleine voorwielaandrijver een geheel nieuwe fabriek in Valencia (Spanje). Die zou vele jaren later de Mondeo van Genk afsnoepen. De Fiesta liep ook van de band in Groot Brittanië en Duitsland.
Reeds bij de eerste schetsen was het opzet van Ford om z’n kleintje wereldwijd te slijten. Ford doet dat graag, z’n wereldwijd gekende naam verzilveren. Dat is veel moeilijker voor pakweg Opel of Peugeot.
Vandaar ook de export naar de VS, maar dan met een 1600cc. Dat werd evenwel geen groot succes. De driedeurs compacte boodschappenauto bleek toch vooral een Europees verhaal.
Het feestje blijft maar duren
De verkopen liepen goed. Reeds na drie productiejaren (in 1979) werd de kaap van 1 miljoen Fiesta’s overschreden. Na enkele bescheiden updates kwam er in 1983 een ingrijpende facelift. Aan de basis werd echter niet geraakt. Dat was gewoon een goed concept. Anno 2018 zit de Fiesta al aan z’n zevende generatie. Al vele miljoenen exemplaren zijn van meerdere productiebanden gerold. De huidige Fiesta is evenwel nog moeilijk te vergelijken met de bescheiden Fiesta van 1976.