Er was een tijd dat elk land z’n eigen type auto had met daarbij horende specifieke kwaliteiten. Een type auto dat symbool stond voor de natie. Italië had zowel piepkleine maar stijlvolle stadsrakkers, alsook de extravagante supercars. Musclecars en pickups met een V8 vond je in Amerika. Micro-cars en zwaar gespoilerde rallyspecimen kwamen uit Japan. Voor solide en veilige stationwagons moest je in Zweden zijn. Duitsland had z’n sobere kever evenals dure premiumberlines. Britten konden in principe alles bouwen, zolang het maar verlieslatend was. En de ruime, comfortabele reissedans waren de specialiteit van de Fransen.
Zacht comfort verkoopt niet meer
Maar is die traditionele reisberline vandaag ten dode opgeschreven? Heeft het maw nog zin voor Peugeot een nieuwe 508 te lanceren? De toverwoorden vandaag zijn SUV, MPV, Crossover, Urban, Premium of Lifestyle.
In de jaren ‘70 was er minder keuzestress. Je was al gewoon blij met een ruime sedan en een grote kofferbak. Franse middenklassers zoals een Peugeot 504, een Renault 16, een Citroën DS of CX, liefst met gele koplampen, dat was zowat het beste wat je kon vinden op onze wegen. Maar de tijden zijn veranderd. Nu moet het sportief en dynamisch zijn, Duits Premium of Crossover. Geen Comfort met de grote C meer.
Anoniem, glad en ingetogen
Even terug naar 1979. Toen stond Peugeot voor een serieuze uitdaging. Hoe vervang je een succesmodel? De 504 was een topper. Wat doe je dan? Een straffere motor? Wat meer opties en snufjes? Men zal altijd refereren en vergelijken met het origineel. Uiteraard was het vroeger beter.
Maar Peugeot heeft zeer zeker z’n best gedaan met deze 505. Alweer zo’n typische Peugeot. Heerlijk comfortabel rijden. Alles mooi op z’n plaats. Je kon er overal mee komen, niemand zou je scheef bekijken. Een vlotte rijstijl, de juiste ophanging, degelijke motoren en weinig pannes. Niets mis met deze 505, maar hij sprong er niet uit. Geen spectaculaire styling of baanbrekende technologie (zoals Citroën of Renault). Anoniem, glad en vooral ingetogen. Niet zo extravert als een Citroën CX.
Forse motoren, benzine of diesel
De 505 zal evenmin herinnerd worden omwille van z’n sportiviteit of z’n spectaculaire rondetijden op de Nürburgring. Alhoewel. Er waren toch enkele mooie turbo-versies. Daar had Porsche voor gezorgd. In de jaren ’70 en ’80 deed Porsche veel ontwikkeling voor andere fabrikanten. Cilinderkopje hier, onderstel daar, een turbo toevoegen. Porsche had een fantastisch technisch team en was niet vies om regelmatig z’n diensten te gelde te maken.
“Toen Europa uitgekeken was op de 505, kreeg hij nog een tweede leven in Afrika”We praten over een spannende turbo-voeding op een klassieke viercilinder met 2200cc. Het resultaat: 150pk en een klassiek berline die de 100 km/u in 9 seconde voltooide en vervolgens kon doorgaan tot de naald in de buurt van de 200km/u kwam. Nog later kwam er de kloeke V6 2800cc. Deze motor vond je bij meerdere van z’n concurrenten en was meer op comfort gericht. Heerlijk rijden maar niet echt zuinig. Een forse V6 benzine die meer kon zuipen dan je nonkel op het jaarlijkse kerstfeest.
Dan misschien toch beter een diesel in de 505. Een specialiteit van het huis. Toen kon je je als constructeur nog op de borst kloppen dat je innovatief met diesel was. De 505 diesel heeft zelfs een korte carrière gehad als gele taxi in New York City. Ook volgens de Peugeottraditie was er de zeer ruime break of ‘familiale’, een zevenzitter. Minder elegant, maar o zo praktisch.
Een Crossover avant la lettre
Voor de zeer avontuurlijke zielen was er de Dangel. Dat was een stevig opgehoogde 505 break, voorzien van brede spatborden, ruige banden en vierwielaandrijving. Een onverzettelijke stationwagen met terreinauto-eigenschappen. Deze geweldenaar mocht je zorgeloos in het wild loslaten. Nu zou die een blitse naam krijgen zoals Cross, Rocks of iets met een X. Terwijl z’n voorgangers, 404 en 504, zich nog mochten verheugen op een bloedmooie coupévariant, was dat helaas niet meer weggelegd voor de 505. Later werd de coupétraditie toch weer opgenomen met de 406 en 407. Dankjewel Pininfarina.
De laatste traditionele Peugeot met achterwielaandrijving
De 505 hield het vol tot 1992, Meteen ook de laatste Peugeot met achterwielaandrijving. En vooral een globetrotter. Hij rolde niet alleen uit een Franse fabriek, maar werd ook geproduceerd in China, Argentinië, Chili, Australië, Thailand en Nigeria. En toen Europa uitgekeken was op de 505, kreeg hij, net zoals z’n voorgangers, nog een tweede leven in Afrika. Met meestal meer dan zeven personen aan boord en een meer dan volle bagagedrager op het dak.
Ondanks z’n mooie verkoopcijfers (1.350.000 exemplaren) kreeg hij geen rechtstreekse opvolger. Peugeot had z’n 405, een maat kleiner, en wat later de 605, groter en duurder. Pas vele jaren later kwam de rechtmatige opvolger in de vorm van de 508. En nu is er de nieuwe 508. Die werd wat spannender gemaakt. Tja, tussen al dat SUV-en Crossovergeweld kan je best wat opvallen.