In de eighties waren er nog geen compacte SUV’s. De compacte voorwielaangedreven middenklassers waren volop aan het boomen. En de Golf was koning. Er was ook nog de Kadett of de Escort en wat Jappen. Maar wie geen grijze muis wou zijn en de Golf GTI te ordinair vond, kon terecht bij deze Alfa 33. Een betaalbare auto voor het hele gezin, en eentje waar papa ook wat blij van werd. Wat van z’n concurrenten niet altijd kon gezegd worden.
De Alfa 33 was een technische evolutie van de Alfasud. Alfa’s kleinste was in de jaren ’70 baanbrekend, zowel in technisch opzicht, maar ook met de ambitie om Alfa toegankelijk te maken voor de bescheiden autoliefhebber. Ook in de nieuwe Alfa 33 vond je die heerlijk klinkende boxermotor, nu verpakt in een hoekig eightiesdesign met een hoge koffer. Een rits modieuze details, zoals die achterlichten of een kleurrijk uitgebouwd dashboard. Deze Alfa had zelfs een in de hoogte verstelbare stuur dat één geheel vormde met het instrumentenpaneel. Als je het stuur in de hoogte verstelde, bewogen de instrumenten automatisch mee. Een praktische wagen met een bruikbare koffer en plaats voor 5 personen. Alleen als vijfdeurs en enkele jaren later ook als breakversie, de Giardinetta, met zelfs een 4x4-optie.
Het sportieve Alfa-DNA
“Ijzersterk in het maken van bijzonder charmante auto’s die je elke dag kon inzetten”Na een reeks Alfa’s met heerlijk ronkende namen als Alfetta, Giulletta, Giulia, Alfasud, was de 33 de eerste Alfa met een cijfercombinatie. De 33 verwijst naar de legendarische Tipo 33, een roemrijke raceauto van de jaren ’60. Niet verwonderlijk, Alfa heeft een uitgesproken sportief hart (cuore sportivo) en ademt karakter en Italiaanse flair. Dat zit verankerd in het Alfa-DNA van deze rasechte Italiaan. Muzikale en enthousiaste motoren en een goede wegligging. Wie uit een Kadett kwam, wist dat sterk te appreciëren.
Een boxermotor had enkele mooie voordelen: een laag zwaartepunt (goed voor de wegligging), een soepel karakter en een heerlijk geroffel. Aanvankelijk was er een 1300cc en een 1500cc, gevoed door klassieke carburatoren. Vanaf 1988 was er een 1700cc met injectie, een Jetronic met 105pk.
Helaas was er naast het fijne rijgedrag nog een constante bij Alfa Romeo: de belabberde kwaliteit. Manke elektronica, een haperende versnellingsbak en vooral veel roest. Terwijl de robuuste boxermotor ten allen tijde bleef draaien, vielen zowat alle elektronische functies één na één uit. Als je een pinker opzette, floepten de remlichten dapper mee, of die elektrische ramen gingen niet altijd omlaag als jij het wou.
Goede wijn wordt beter met de jaren
Maar er was ook goed nieuws. Zoals goede wijn werd de 33 beter met de jaren. Alfa bleef 12 jaren bijschaven aan deze 33. Het roestspook werd (een beetje) bedwongen. Er verschenen meerdere leuke versies: de Quadrifoglio Oro (gouden klavertjevier), sportieve TI-versies in ‘t wit of rood, met meegespoten bumpers en een extra spoilertje.
De topversie was de Quadrifoglio Verde (groen klavertjevier), deze had een vermogen van 120pk, meer dan een Golf GTI. Nog later kreeg hij 16 kleppen en een maximaal vermogen van 135pk. Quadrifoglio Verde (QV) werd in de jaren ‘20 en ‘30 gebruikt als geluksbrenger op de racewagens. Dat was immers een periode van vele dodelijke crashes. Later werd dat het Alfa-label op de duurste en snelste uitvoeringen van de modellen. Knappe versie die 33 QV. Krachtige motor, strakker weggedrag en hij zag er vooral zeer goed uit.
In 1989 kwam er een ingrijpende facelift. Er werden vooral stijlelementen van grote broer 164 geplukt en er werd zelfs een diesel toegevoegd. Dat was erg omstreden voor de echte Alfisti. Maar Fiat was baas geworden en Alfa werd alsmaar meer in een keurslijf gedrukt. Positieve kant van de medaille was dat de kwaliteit er op vooruitging.
Een aangenaam rijdende alleskunner
De Alfa 33 had een erg lange carrière (12 jaren), en uiteindelijk 1 miljoen exemplaren, toch niet slecht. In 1994 werd hij opgevolgd door het duo 145/146. In een periode waar al die populaire hatchbacks inwisselbare generieke eenheidsworsten werden, betekende de Alfa 33 toch een andere geluid (letterlijk) en een superieur weggedrag. Alfa kon dat als geen ander, ijzersterk in het maken van bijzonder charmante auto’s die je elke dag kon inzetten. Boodschappen, avondje uit, kinderen naar school, wintersport, Autobahn of heuvelweg, steeds met evenveel plezier en gretigheid.