Ferrari is geen gewoon automerk. Meer mythe dan vierwieler. Voor een Ferrari bestaan er andere maatstaven en verwachtingen. Welke Ferrari heeft z’n plaats in het rijtje van iconische vierwielers? Met dergelijke discussies kan je meerdere avonden aan de cafétoog met gemak vullen.
Laat ons even de 308 GTB/GTS van de jaren ’70 onder de loep nemen. Dat was niet de snelste of krachtigste, evenmin de meest baanbrekende, of meest beruchte. Maar toch één met veel uitstraling en allicht wereldberoemd.
Toch een terechte Ferrari-klassieker, dankzij de V8-cilinder middenmotor en prachtige brom. Uiteraard uit de pen van een Italiaanse grootmeester, in dit geval Pininfarina. Deze meesterdesigner zorgde voor een knap (seventies) lijnenspel dat ook in de 21-ste eeuw nog moeiteloos overeind blijft. De lijnen werden scherper, markante luchthappers in de flank en achteraan de lange uitgerekte stijlen met ventilatieroosters. De meeste chauffeurs kregen slechts de dubbele ronde achterlichten te zien. Als je deze zag komen in je achteruitkijkspiegel, twijfelde je niet en ging direct opzij. Een belladonna die nog niets ingeboet heeft aan charmes en uitstraling. Zeker in de rode kleur met zwarte bumpers.
De jaarproductie verdubbelde
“Niet voor doetjes of prutsers”Ook al was Ferrari in die periode reeds in handen van Fiat, de onverzettelijke Enzo, oprichter en ingenieur had het roer nog stevig in handen. Enzo vond ‘racen’ belangrijker dan autoproducent spelen. Toch was hij aangenaam verrast dat deze 308 goed verkocht en ook het imago van het steigerend paardje een stevige duw gaf. In 1979 was de jaarproductie van Ferrari verdubbeld: 2221 exemplaren. Nooit eerder gebeurd. De 308 GTB werd in 1975 voorgesteld. Bedoeld als opvolger van de Dino 246 GT, maar vooral een doorontwikkeling van de in 1973 voorgestelde 308 GT4. Geen verkeerde stamvader. De GTB (Berlinetta) gebruikt dezelfde motor als de GT4, een 2.927cc V8 met 255 pk met een hemels geluid. Ten opzichte van de 308 GT4 was het onderstel iets ingekort.
Ferrari hanteerde toen nog een cijferlogica: de 308 had een 3-liter met 8 cilinders.
Aanvankelijk had de 308 GTB een koetswerk van glasvezel. Dat spaarde het nodige gewicht, waardoor de 308 GTB lekker snel en wendbaar was. Ook de roest kreeg zo geen kans. Na 808 exemplaren was het in 1976 echter gedaan met de glasvezel en kreeg de GTB gewoon een stalen carrosserie, meteen 130 kg zwaarder. In 1977 verscheen de 308 GTS (Spider), met een uitneembaar targadak dat achter de stoelen kon worden opgeborgen. Vanaf modeljaar 1980 beschikte de V8 over (mechanische) brandstofinjectie en elektronische ontsteking. Omwille van strengere emissie-eisen in de VS daalde het vermogen naar 214 pk. Om het verlies aan pk’s weer goed te maken verschijnt in 1982 de 240 pk sterke Quattrovalvole, jawel vier kleppen per cilinder. Dat ademde beter. Met deze motor werd de 308 doorgebouwd tot 1985.
Voor filmsterren en topsporters
Zoals Enzo het wou, was de racesfeer alom aanwezig, ook binnenin. Je zat duidelijk niet in een ordinaire boodschappenauto. Deze had een andere missie. Eénmaal in de kuipstoel gehesen, keek je naar rijen chroom omrande Veglia meters en klokken, tuimelschakelaars en lampjes in fijn gestikt leer of alcantara. Dat kunnen die Italianen wel, alles werd met passie, toewijding en zwierig gecoiffuurd in elkaar gezet. Het moest ook niet helemaal recht en naadloos. Dit is Modena, niet Stuttgart.
Een Ferrari, zeker in die tijd, had liefde en begrip nodig. Ze hadden een eigen karakter, waren voorspelbaar wispelturig en o zo gevoelig. Om dit beestje binnen de witte lijnen te houden was er vooral veel stuurmanskunst nodig. Een brute wagen, en anno ’70 of ’80, nog geheel zonder rijhulpmiddelen. Er werden veel pk’s uitgebraakt, plotse en snelle reacties, sterk overstuur. Kortom niet voor doetjes of prutsers.
Er hebben wel meerdere Ferrari’s het TV-scherm gehaald, maar deze 308 GTS werd wereldberoemd dankzij Magnum, een Amerikaanse tv-serie van begin jaren ‘80. Daar werd die knappe rode spider elke aflevering mooi in beeld gebracht. Alle ingrediënten waren aanwezig: de exotiek van Hawaï, veel zon, wat actie, mooie vrouwen, daar paste zo’n flitsende sportkar bij.
In die periode reden er nog geen patserige SUV’s rond, dus moest de getalenteerde Rode Duivel van de jaren ‘70/’80 in z’n glorieperiode verdienen wat de huidige rode duivels nu verdienen, dan zou hij misschien wel voor deze volbloed gekozen hebben.
Een juweeltje in je garage
Bij Ferrari waren ze aangenaam verrast dat deze 308 zo goed verkocht. Tenminste naar Ferrari-maatstaven: 12.600 stuks op 10 jaren tijd. De meeste waren GTB’s. Zonder twijfel bestaan er nog veel exemplaren, je brengt deze niet zo maar naar een banaal autokerkhof. Maar je ziet ze nauwelijks op de openbare weg, daar hebben die vroegere Ferrari’s een bloedhekel aan: weer, wind en gepeupel. Neen, dan liever in een goed verluchte garage staan te pronken. De steenrijke belegger weet dat hij een juweeltje achter de hand houdt, da’s voldoende, niet te veel mee rijden.