Hoe kan een constructeur z’n imago wat aanscherpen en zorgen voor een dynamisch uitstraling. De sportarena is daar een uitgelezen medium voor. Niet goedkoop, maar voor Peugeot was de drang naar pk’s en lawaai geen zotte ingeving. Peugeot wist zeer goed waar het mee bezig was. Voor een Frans constructeur had de Paris Dakar-rally van de jaren ’80 alle ingrediënten: avontuur, snelheid, uithouding, degelijkheid, sensaties en de uitstraling van een winner. En er was nog een stevige Franse link met Parijs. Peugeot rook z’n kans.
Zondag winnen, maandag verkopen
Eerst was er het daverende succes van de compacte 205. Dit succesnummer had een pittige GTI-versie en blonk uit met vele sportieve successen. En dat werkte. Ook al had z’n rally-alterego niets te maken met de Peugeot die je bij de dealer vond, toch was er een direkte lijn naar de showroom. Op zondag een knappe overwinning in een ruige rally, en op maandag staat de koper in de Peugeotshowroom om een bestelbon te tekenen van een brave vierwieler met een GT-label.
In 1988 wou Peugeot die truuk overdoen met z’n nagelnieuwe 405. De 405 was een mooi gelijnde, maar vooral brave vierdeurs burgerwagen. De uitdaging was om hem een dynamisch imago mee te geven.
Van coupé naar hothatch
“Alles kon en mocht in de Paris-Dakar van de wilde jaren ‘80”Jaren voordien had Peugeot een mooie coupé-traditie met de 404 of 504. Geen pk-monsters, maar ze kregen wel veel aandacht. De jaren ’80 waren evenwel voor de hothatch. De Capri’s, Manta’s of Scirocco’s verdwenen. In de plaats kwamen de Golf GTI, de Escort RS en zeker ook de 205 GTI. Ook Peugeot had dat begrepen en wou geen coupés meer bouwen maar volop inzetten op dynamische versies van de 205 of 405. Schitteren in de Paris-Dakar was de beste publiciteit. Falen was geen optie. Peugeot besteedde een immens budget en startte een professioneel fabrieksteam op. Gedaan met de sympathieke amateurs of hobbyisten die aan de start verschenen met nauwelijks gewijzigde straatauto’s, hooguit wat aanpassingen aan de vering en wat aangepaste banden. Peugeot deed het anders en vertrok van een wit blad.
No limits
Wat is de beste technische layout om zo’n monsterlijke uithoudingsrallye in de woestijn te kunnen winnen? Peugeot verzamelde heel wat straffe technische koppen en ervaren ontwikkelingscoureurs. Er werd beroep gedaan op professionele Finse rallypiloten zoals Ari Vatanen, Timo Salonen of Juha Kankunnen. Dat was de periode dat vele schooljongens liever Fins dan Frans op de schoolbanken hadden gewenst. De befaamde Jean Todt, later in de F1 bij Ferrari, werd de teamleader.
Een dergelijk rallymonster moest uiteraard beschikken over vierwielaandrijving. De 405 T16 (de T van turbo en de 16 van 16 kleppen) kreeg een super-krachtige motor met een joekel van een turbo, een pk-bom die achter de chauffeur en z’n copiloot werd ingeplant. Voorts een lichtgewicht carbon carrosserie, exclusief ontworpen om te schitteren in de ruige rally’s. Aanvankelijk braakte de motor zo’n brute 400pk uit, later opgeschroefd naar 600pk. Knallen maar. Van 0 naar 200km/u in minder dan 10 seconden. Er werd op geen Franse Franc meer of minder gekeken. Alles kon en mocht in de Paris-Dakar van de wilde jaren ‘80.
Dr Jekyll and Mr Hyde
Technisch gesproken stond dit rallytuig zeer ver af van de echte 405. Toch was er de dwingende voorwaarde dat je er onmiddellijk een Peugeot in moest herkennen. Het publiek moet zich kunnen identificeren met wat het ziet. Daarom de herkenbare lichten, de grille vooraan en wat logo’s. Getooid met de typische Peugeot rallykleuren (blauw, geel, wit), of in Camel-geel. Geen 4 maar 2 deuren. Zou er dan toch een coupé-versie komen? Neen, de echte coupé kwam er niet. Wel een gepeperde vierdeurs: de Mi16 met turbo en vierwielaandrijving, maar deze 16-klepper werd geen verkoopstopper. Er werden vooral veel dieselversies van de 405 verkocht.
De 405T16 won twee keer de Dakar: in 1989 en 1990. Vanaf 1991 nam de Citroën ZX over, dezelfde aanpak, maar nu met een neefje. Eigenlijk had de 405 drie keer moeten winnen, ook de editie van 1988. Dat jaar stak de debuterende 405 met Ari Vatanen aan het stuur, met kop en schouder boven de concurrentie uit. Uiteraard ging deze T16 winnen, maar in Mali werd hij ’s nachts gestolen uit de bewaakte parking. Er werd losgeld geëist. En uiteindelijk werd hij te laat teruggevonden en mocht niet meer starten. Een bizarre tegenvaller. Alhoewel, de Peugeot 205 won die editie en misschien geeft zo’n incident net extra publiciteit en wordt er veel gesproken en geschreven over de auto. There’s no such thing as bad publicity. En of Peugeot tevreden was. De fabriek draaide op volle toeren.