Jammer om het eens zo roemrijke Lancia vandaag te zien zieltogen op de afdeling palliatieve zorgen. Prachtige Italiaanse auto’s. Weliswaar fragiel, maar zo elegant en zalig rijden. Eén van de hoogtepunten bij Lancia was deze Fulvia coupé. Fulvia was een mythische, aristocratische dame in de late Romeinse oudheid. Klinkt mooi, en terecht. Ook de Fulvia coupé was een juweeltje met gracieuze en vrouwelijke trekken. Fiat had de macht bij Lancia nog niet overgenomen.
“Jammer om het eens zo roemrijke Lancia vandaag te zien zieltogen op de afdeling palliatieve zorgen”Eerst verscheen de vierdeurs Fulvia. Maar het hoogtepunt kwam in 1965 met deze opwindende coupé. Die sprak veel meer tot de verbeelding. De coupé had een kortere wielbasis en reed beter. Een beetje wild, maar verrassend wendbaar. Het pre-plastictijdperk. Toen er nog aandacht besteed werd aan een deurklink, of nog metaal gebruikt werd voor bumpers, mooi gechromeerd metaal. Dat waren de nostalgische hoogdagen van Lancia.
Bedrieglijke nostalgie
Nostalgie is evenwel een dubbel gevoel. Wat bedrieglijk. Nostalgie filtert vooral de slechte herinneringen weg. Wie herinnert zich nog de misselijk makende slechte afvering, de vele pannes of startproblemen, roest, waterinsijpeling? Deze Lancia had het allemaal, en toch roept deze fragiele coupé bij vele autoliefhebbers heerlijke nostalgie op.
Autorijden in de 21-ste eeuw kan zo saai zijn. Veel heb je niet meer te beslissen. Er wordt automatisch geschakeld, ruitenwissers of lichten activeren zichzelf. Nerveuze sensoren die je waarschuwen bij parkeermanoeuvers, of ingeval je zonder gordel zou durven te vertrekken. Bij deze krasse vijftiger moest je nog een echte sleutel in een contactslot of portier steken. Nog eens het gaspedaal indrukken bij het starten, of de choke (wie kent dat nog?) juist doseren. Deze dolle mina begon zowaar te schudden als de motor, een V4 met echte carburatoren, tot leven kwam. Een heerlijke roffel waarmee dat gebeurde. De eerste minuten was het zaak om voorzichtig, ingetogen te rijden, tot de mechaniek voldoende was opgewarmd. Geen nood, een echte Lanciarijder voelde dat en leefde mee. Er was de voorspelbaar nukkige versnellingsbak. Je was onderweg met een machine waarvan de onderdelen op elkaar inwerkten. Het was fysiek en je moest bij de zaak blijven, tijdig anticiperen, oppassen voor zijwind, remafstand en wegligging inschatten. Maar het gaf een kick. Bij deze Italiaanse schone waren alle ingrediënten aanwezig om van autorijden een heerlijke gevoelskwestie te maken.
Elegant en sportief
De Fulvia coupé was een eigen Lanciadesign. Meerbepaald van de hand van Piero Castagnero. Met zo’n naam kon je alleen maar mooie dingen maken. Een drievolumemodel met niet teveel drukte en krulletjes. Sober maar elegant. O ja, er was ook de Sportvariant van Zagato. Dat was een tweevolume hatchback, maar die was minder geslaagd.
“Met zo’n naam kon je alleen maar mooie dingen maken”Toen de Fulvia Coupé in 1965 gepresenteerd werd, was hij zeer modern voor z’n tijd: voorwielaangedreven, een lichtmetalen V4-blok met dubbele nokkenas, een vijfversnellingsbak, vier schijfremmen. Eerst was er de dappere 1200cc die 80 pk’s kon omzetten in beweging. Maar de meeste Fulvia’s werden verkocht met de potente 1600cc met 115pk.
Rijplezier stond centraal. Een motor die makkelijk hoog in de toeren kon draaien. En of hij goed kon rijden. Dat bewees de Fulvia coupé in meerdere rallyes. Hij won op een dominante manier de rallye van Monte Carlo in 1972 en was maw de wegbereider voor de latere rallysuccessen van de Stratos en de Delta.
Door die mix van sportiviteit, exclusiviteit en verfijning had Lancia een unieke plaats in de markt. Een auto voor de liefhebbers. Lancia-rijders waren vooral wat oudere, meestal gescheiden mannen. Niet verwonderlijk, ze lagen liever onder hun auto dan onder hun vrouw. Na een carrière van 12 bouwjaren en 160.000 exemplaren, en vooral veel lof in de autowereld, werd hij in 1977 opgevolgd door de Beta coupé.
Een retromodel, of toch bijna
Ook in de 21-ste eeuw was de Fulvia Coupé nog niet vergeten. Bijna was hij terug. In 2003 dook er een knap conceptmodel op. Een geslaagde reïncarnatie van de Fulvia Coupé. Een gesloten tweezitter met binnenin stof, leder en hout gecombineerd tot een aantrekkelijk geheel. Dat was de kans voor Lancia om mee te surfen op de retrogolf. Jammer dat dit concept nooit gerealiseerd werd. Het had misschien wel de kentering kunnen betekenen in de roemloze ondergang van het merk.