Matra was een Franse specialist van defensie-onderdelen en kunststoffen. Het had aanvankelijk dus niets te maken met auto’s maar des te meer met techniek en kunststoffen. Die expertise zou nog van pas komen. De eerste bescheiden stappen op automobielvlak deed Matra (in de jaren ’60) met lichtgewicht en compacte sportmodelletjes, de Djet en de M530. Maar het meeste aandacht zal Matra vanaf 1973 krijgen met een platgestreken coupé. Ook met deze coupé wou Matra z’n knowhow omtrent kunststoffen maximaal benutten, vandaar de lichtgewicht (en roestvrije) carrosserie van carbon-polyester.
Een coole panter
Deze lage coupé straalde iets exotisch uit. Hij zag er eerder Italiaans dan Frans uit. Een simpel en zuiver design, geen lijn teveel. Dat geeft het meest geslaagde resultaat. Daar hoorde ook een exotische naam bij: Bagheera. De coole, ranke zwarte panter uit het Jungleboek. Goed gezien.
In plaats van onbruikbare noodzitjes achteraan koos Matra voor drie zitplaatsen vooraan. Het ontbreken van een achterbank bezorgde deze coupé een ruime koffer. Voor een sportwagen, tenminste. De grote achterruit kon open en was tegelijkertijd kofferdeksel.
Matra had een beperkt budget. Dus het kon niet anders dan volop gebruik te maken van onderdelen uit het Simca-concern. De meeste onderdelen, zoals versnellingsbak, stuurhuis, wielophanging en motor, kwamen uit de bescheiden Simca 1100.
Sinds de jaren zestig was Matra ook actief in de autosport. Daar kon deze Bagheera van profiteren door zijn première te beleven in 1973 in het voorprogramma van de 24u van Le Mans. En wie won Le Mans toen? Jawel Matra, voor Ferrari en Porsche. Van een droomstart gesproken.
Sportieve looks, maar...
De Bagheera zag er uit als een sportwagen, maar had een heel bescheiden Simcamotor van 1300cc (84pk), dwars geplaatst achter de stoelen. Je hoorde hem wel, maar voelde hem niet. Een sportieve layout, maar geen power. Met het gevolg dat deze would be-sportwagen zich voortsleepte over het asfalt alsof er aan elk van z’n wielen een leger bloedzuigers vastgekleefd zat.
Volgens het boekje had hij een topsnelheid van 185 km/u. Na tergend lang wachten, werd deze uiteindelijk nog bereikt. Dat was vooral de verdienste van z’n pluimgewicht en platte stroomlijn. Dankzij het lage zwaartepunt en een goede gewichtsverdeling, had deze coupé wel een goede wegligging. Meer moest dat niet zijn, in de jaren zeventig ging alles wat minder snel, zo’n beetje op 33 toeren.
“in de jaren zeventig ging alles wat minder snel, zo’n beetje op 33 toeren”Alhoewel, toch frustrerend om in deze lage Bagheera te zitten en te merken dat er meerdere Capri’s, Manta’s of Celica’s van die periode (die met een ietwat krachtige motor) je breedlachend voorbij staken. En zeker toen de VW Golf met zijn GTI-meesterzet kwam, werd het wel erg moeilijk voor de low-budget-sportievelingen om te overleven.
Matra, een laboratorium voor wilde plannen
In 1976 kreeg hij een update, meest opvallend waren de grotere plastic bumpers, grotere achterlichten (van de Simca 1307), en een grotere motor: 1442cc (ook weer Simca) nu met 90 pk.
Ooit waren er zelfs wilde plannen om twee viercilindermotoren samen te voegen. Er werden twee dergelijke achtcilinder motoren in een Bagheera geschroefd. Maar daar bleef het bij. Matra was goed in het bedenken van wilde plannen, zie ook de Rancho, of de Espace of de Avantime. Moederbedrijf Chrysler Europe was echter de kraan aan het dichtdraaien. Saneren was het nieuwe ordewoord. Meteen het begin van het einde voor Matra en nadien ook voor Simca.
“de ooit 50.000 fiere exemplaren zijn verdwenen”Toch is deze Bagheera niet onopvallend voorbij gereden. In tegenstelling tot vele andere Franse wagens van die periode had de Bagheera geen roest aan de kunststofcarrosserie. Uiteraard niet. Maar helaas wel aan het stalen chassis, en ook de bouwkwaliteit was van een belabberd niveau. Met als gevolg dat de ooit 50.000 fiere exemplaren, veel meer dan Matra ooit had durven dromen, zijn verdwenen. Een origineel exemplaar is vandaag even moeilijk te vinden als een geblondeerde doktersvrouw in een SUV met manieren en een portie geduld.