De na-oorlogse Amerikaanse auto’s werden vol gehangen met chroom, hadden het design van mobiele wolkenkrabbers en zwabberden, deinden en waggelden over de highways. Ze leken niet bedoeld om echt mee te rijden, eerder te cruisen. Tot Ford in 1964 de Mustang voorstelde. Dat was de juiste auto op het juiste moment. Niet dat hij een gehele revolutie wat betreft rijgedrag inluidde, maar hij was anders. Straalde sportiviteit uit, had charisma en werd in geen tijd een cool hebbeding.
Voor babyboomers
De toenmalige, visionaire Ford directeur Lee Iacocca had zeer zeker een neus voor marketing en trends. De na-oorlogse babyboomgeneratie beloofde een grote kapitaalkrachtige doelgroep te worden, en zou in 1964 op de leeftijd komen om een eigen auto aan te schaffen. Hij wist dat het tijd was voor een attractief product voor deze generatie.
Aanvankelijk experimenteerde Ford met een kleinere 2-zits coupé met een bescheiden motor. Maar uiteindelijk werd het een 4-zitter. De Ford-stylist John Najjar was fan van het gevechtsvliegtuig P-51 Mustang, vandaar de naam. Maar vooral de associatie met een wild galopperend paard in weidse prairies zorgde mede voor het begin van een successtory zonder voorgaande.
Budgetracer
Wat de auto zo succesvol maakte was zijn sportieve uiterlijk en zijn lage prijs. De bescheiden prijs werd mogelijk dankzij het overnemen van technische componenten van de Ford Falcon of Fairlane. Meteen ook de geboorte van de ‘Pony Car’: betaalbare, sportieve coupé’s met een lange motorkap en korte achtersteven. Niet gebonden aan status of klasse.
De dynamische lijn van de Mustang klopte gewoon, evenals de karakteristieke drie streepjes als achterlichten aan beide kanten. Binnenin zat de chauffeur niet meer op een klassieke voorbank, maar in afzonderlijke ‘bucketseats’. En keek hij naar een diep, schotelvormig stuurwiel met daarachter een horizontale snelheidsmeter, overgenomen van de Falcon. Optioneel was er airco beschikbaar, en op sommige versies waren er de oogverblindende rode simili leren zetels en interieur.
The fastest selling car
De Mustang was aanvankelijk leverbaar als een convertible en een hardtop model. In 1965 volgde de sportieve fastback. Een basic Mustang kostte (slechts) 2368 $, maar mits wat opties kon je hem geheel personaliseren, tot meer dan het dubbele van deze prijs.
Bij z’n lancering verdrongen de nieuwsgierige klanten zich in de showroom. Of zoals de slimme marketeer, Lee Iacocca het verwoorde: "Als er op 17 april 1964 marsmannetjes waren geland in het centrum van New York, dan had niemand deze opgemerkt. Iedereen zat immers bij de Forddealer." Op de eerste dag werden er 22.000 orders geplaatst en binnen vier maanden waren er reeds 100.000 verkocht. Met deze cijfers verbrak hij het record van ‘fastest selling car’. In z’n eerste jaar werden er al 418.000 verkocht, en in 1966 stond de teller al op 1 miljoen exemplaren.
Een auditief genoegen
De Mustang had niet de ambitie om een supersportwagen te zijn, maar hij heeft evenmin z’n sportieve aspiraties verdoezeld. Hij was verkrijgbaar met een V6-motor van 2.786cc en 120pk, of een V8 van 4700cc (225 pk) tot maximaal 7.538 cc en een duizelingwekkende 360 pk. Maar nog meer dan brute kracht zorgde z’n brom voor een auditief genoegen. En er waren ook de beruchte speciale series: oa de Shelby GT-350 Mustang van 1965 en (later) de Mach 1.
De Ford Mustang betekende eveneens de inspiratie voor vele andere sportieve coupés, niet alleen Amerikaanse, maar evenzeer Europese (Ford Capri) of Japanse (Datsun 240Z, Toyota Celica), met een eerder bescheiden motor.
De Mustang is overal
De Mustang dook op in diverse films. Meest opvallend was z’n rol in de film Bullitt, met Steve McQueen, en één van de langste en spectaculairste achtervolgingsscènes ooit, door de straten en over de heuvels van San Francisco. De auto waar McQueen in reed was een 1968 Ford Mustang GT-390. Ook in de muziek komt hij meermaals aan bod, oa de popsong ‘Mustang Sally’ van Wilson Picket in 1966.
Enkele keren in z’n meer dan 50-jarige geschiedenis heeft Ford, na wat rekenwerk, het idee durven te opperen om de stekker van de Mustang uit te trekken. Dat bleek een serieuze brug te ver, heiligschennis. Er kwam luid protest van honderdduizenden fanatieke Mustangfans. De Mustang is een onlosmakelijk deel geworden van de Amerikaanse autogeschiedenis. In de zomer van 2017 opent er zelfs een ‘National Mustang Museum’ in North Carolina. Dat wordt een heus bedevaartsoord.
Duurder dan ooit tevoren
Je komt nog wel eens een goed onderhouden Mustangs van de jaren ’60 tegen. Dat is een gewild verzamelaarsobject waar veel geld voor betaald wordt. Na meer dan 50 jaar staat hij nog steeds in de Fordcatalogus. En na enkele saaiere of karakterloze edities is hij sinds kort helemaal terug, back on track, scherp en wild galopperend.