Lancia Gamma Coupé (1977 - 1984)

Bekijk 11 foto's
Door: HM 25-09-2016

In het dna van Lancia heeft altijd een grote dosis luxe en verfijning gezeten. Een sjieke coupé mocht dus zeker niet ontbreken. Lancia heeft in z’n bewogen geschiedenis een traditie van knappe coupés. Soms wat eigenzinnig gelijnd, maar deze Gamma Coupé van 1977 werd door nagenoeg iedereen beschouwd als zeer geslaagd.

Pininfarina was bij het ontwerp van de grote Gamma vierdeurs gebonden aan strikte praktische en commerciële directieven. Bij het ontwerp van de coupé mocht hij zich helemaal laten gaan. De wielbasis werd 11cm ingekort en de lijn werd helemaal hertekend tot een zeer aparte, en vooral elegante coupé met een lijnvoering die in maar weinig andere productiemodellen terug te vinden was.

Lancia had nog veel glans

Deze Gamma coupé kon beschouwd worden als de opvolger van de Fiat 130 coupé, ook een Pininfarina-ontwerp. Lancia behoorde sinds 1969 tot de Fiat-groep, en dat concern wou z’n grote coupé wat meer klasse meegeven. Het leek dus meer aangewezen om deze nieuwe coupé als een Lancia te verkopen. Het merk Lancia had in die tijd nog veel glans.

Belladonna

Bij de lancering in 1977 leek deze Belladonna alles te kunnen bieden waar een luxecoupé voor stond. De pers gaf deze Lancia zeer goede recensies. Niet alleen voor haar catwalk-allures, maar ook voor het veercomfort, de wegligging en handelbaarheid. Dankzij de goede gewichtsverdeling had deze coupé een neutraal stuurkarakter. Voorts was er ook stuurbekrachtiging, bekrachtigde schijfremmen, en een viertraps automaat was mogelijk als optie. Binnenin vielen de mooie, zachte alcantara zetels op.

Boxermotor

De Lancia Gamma kreeg een aluminium boxermotor van 2500cc met bovenliggende nokkenassen. Deze motor werd specifiek ontworpen voor de Lancia Gamma. Geen enkele rationele autobouwer zou zoiets doen. Veel te duur. Tja, het was nog de tijd dat de Italianen auto’s mochten ontwerpen zonder telkens te moeten uitcijferen hoe het zat met de winstmarges. Voordeel van deze platte boxermotor was dat de motorkap zeer laag kon gehouden worden. Ook kenmerkend voor een boxermotor is de zeer soepele loop. Bij een laag toerental was al 90% van z’n maximaal koppel beschikbaar. In Italië was er, omwille van fiscale redenen, ook een 2000cc beschikbaar. 

Helaas doken er al vrij snel problemen op met de motor. De klachtenlijst was lang: problemen met de nokkenassen en bijhorende getande riemen. De motor raakte snel oververhit met kapotte cilinderkoppakkingen tot gevolg. Telkens dure ingrepen. Bij een klasse-coupé van dit kaliber paste dat niet.

Geen tweede kans

Vanaf 1980 werd dat verholpen en kwam er benzine-injectie, maar het onheil was geschied. De reputatie was zwaar beschadigd. De concurrentie had meestal zescilindermotoren. Deze waren krachtiger en boden een betere acceleratie, en vooral geen kwaliteitsproblemen. Lancia kreeg geen tweede kans, de neergang was ingezet. De latere Kappa coupé werd geheel genegeerd.

Lancia kreeg geen tweede kans, de neergang was ingezet
Lancia is niet rijk geworden van deze Gamma coupé. Integendeel, allicht heeft het Italiaanse luxemerk hier (alweer) veel geld aan verloren. Slechts 6790 coupés werden gebouwd. De boekhouders van de Duitse concurrenten zouden bij een dergelijk cijfer lijkbleek van hun stoel vallen. Toch was en is menig autoliefhebber zeer verheugd dat Lancia een dergelijk product heeft gecreëerd, ook al is het tegenwoordig grotendeels vergeten.

Geef commentaar
comments by Disqus