Volvo heeft nooit een breed gamma gehad. In het verleden was er steeds één centraal model, na de Amazon kwam de 140, en vervolgens de 240.
Deze 240 was een echte Volvo. Een degelijke no nonsens auto, solide en geheel in de geest van de roemruchte Zweedse veiligheidsfilosofie. Je kon niet naast die forse bumpers voor en achter kijken, maar er waren ook de kreukelzones, de inschuifbare stuurkolom of de beter beveiligde benzinetank.
Tank op wielen
Zoals de meeste Volvo’s uit die tijd was ook de 240 een ontwerp van de Zweed Jan Wilsgaard. De opdracht was duidelijk, deze Volvo moest nog meer dan z’n voorgangers robuustheid uitstralen. Missie geslaagd, geen auto die het begrip ‘tank op wielen’ beter kon verzinnebeelden. Een oerdegelijke familieauto die wereldwijd allicht miljoenen kinderen veilig naar school gebracht heeft, en de breakvariant gaf vele families de ruimte en mogelijkheid om op avontuur te trekken.
De Volvo 240 werd voorgesteld in 1974, voortbordurend op de 140. Een sober design. Bij z’n lancering had hij ronde lichten vooraan, later werden dat rechthoeken. Tegenover z’n voorganger won hij wat extra centimeters in de lengte, en werd voorzien van een nieuwe viercilinder 2100cc met 97pk, tot 123pk voor de injectie.
Naamgeving
De Volvo 240 was meer dan gewoon robuust. Dankzij een nieuwe vooras en ophanging liet hij zich zeer aangenaam rijden, weliswaar met wat neiging tot deinen. Door de klassieke achterwielaandrijving had hij een handige korte draaicirkel. Ook de goede zetels verdienden een pluim. Dat is nog steeds en kenmerk van moderne Volvo’s. En de 240 was beschikbaar in meerdere varianten: er was de 242, 244 en de 245 break met oneindig lange achterste zijruiten. Bij Volvo stond het eerste cijfer (2) voor de serie, het volgend cijfer (4) voor het aantal cylinders, en het laatste cijfer (2, 4 of 5) voor het aantal deuren.
Er verscheen ook een luxe variant 264 (met dus 6 cylinders) en vanaf 1978 een exclusieve 262 coupé (6 cylinders en 2 deuren, built by Bertone) met de PRV-motor (Peugeot Renault Volvo) van 2700cc, een V6 met 140 pk.
Een populaire alleskunner
Dankzij de 240 kregen de verkoopcijfers van Volvo in de jaren ’70 een serieuze boost. Met dank aan de export naar de VS. De 240 charmeerde vele Amerikanen niet alleen door z’n veiligheid, Volvo pionierde ook op ecologisch vlak. In 1978 werd de 240 in Californië uitgeroepen tot ‘cleanest car’. Deze erkenning kon hij binnenhalen dankzij de Lambda sensor en een 3-weg katalysator. De hoge verkoopcijfers van de 240 in de VS heeft Volvo nadien nooit meer kunnen herhalen.
De 240 werd zowat meid voor alle werk. Vanaf 1979 kreeg hij de zescilinder diesel van VW. Hij kon zich transformeren tot een sportieve rakker met een krachtige turbomotor en werd met succes ingezet in diverse rally’s. In beperkte oplage werd er zelfs een verlengde versie (70cm extra) gebouwd.
En hij gaat maar door
Tijdens z’n lange carrière kreeg hij meerdere updates, nieuwe motoren, andere lichten (voor en achter) en na verloop van tijd ook weer lichtere bumpers. Maar steeds bleef de 240 getrouw aan zijn basisfilosofie van degelijkheid en veiligheid.
In 1982 lanceerde Volvo de zeer hoekige 740/760-serie, maar het liedje van de onverslijtbare 240 was nog lang niet uit. Uiteindelijk zou de 240 deze 740 zelfs overleven. Pas toen begin jaren ‘90 de 850-reeks verscheen, mocht de 240 in 1993, na 19 productiejaren met welverdiend pensioen. Met 2.862.000 exemplaren was de Volvo 240 met voorsprong de best verkochte Volvo ooit. Een deel daarvan werd ook in Gent gebouwd.
Maar de Volvo 240 is nog lang niet verdwenen uit het straatbeeld. Niet onlogisch gezien zijn ontegensprekelijke robuustheid. Er kleeft al een zeker cultstatus aan de Volvo 240.