Je hoeft niet lang door de nieuws- of testrubriek op deze site te scrollen om te weten dat verbruik een obsessie is voor de hedendaagse industrie. En daarmee is onlosmakelijk het debat over het verschil tussen reëel en opgegeven verbonden. Maar die focus op wat er uit de tank verdwijnt is niet nieuw. Al van bij de eerste oliecrisis begin jaren zeventig wordt er ruime aandacht aan besteed. Olieproducent Shell hield in de seventies al zuinigheidscompeties. Daarin kwam in 1973 een Opel aan de start die z’n record zo maar eventjes 35 jaar zou behouden.
Opel Record P1 Experimental Car
Het was Ben Visser, een Nederlander die destijds voor Shell Amerika werkte, die zich met een verbouwde P1 inschreef voor de jaarlijkse zuinigheidscompetitie van het bedrijf. Op een 22,5km lang stuk weg naast de Missisippi kregen de deelnemers exact 1 liter brandstof in de tank en keek het bedrijf hoe ver je ermee geraakte.
“Visser reed exact 160 kilometer en 75 meter voor z’n Record het éne litertje brandstof had opgesoupeerd”‘Verbouwd’ is een beetje een understatement, want Visser wijzigde z’n Opel Record grondig. Het dak werd verlaagd om het frontale oppervlak te verminderen, de auto ruilde z’n break-koetswerk voor een pick-up-structuur die aërodynamischer werd geacht en was verlaagd. En de technische aanpassingen waren niet minder ingrijpend. De P1 reed op vliegtuigbanden met een gevaarlijk hoge bandendruk om de rolweerstand te beperken. Het interieur was geheel gestript om gewicht te besparen, de motor lag waar de achterbank eerst had gelegen en werd nu gevoed door de brandstofpomp van een brommer. De twee achterwielen waren nog wel present maar zaten erg dicht bij elkaar. En de ophanging was gewoon geschrapt. Net als een transmissie overigens. De aandrijving gebeurde met een ketting.
En hij bleef maar rijden
Visser reed exact 160 kilometer en 75 meter voor z’n Record het éne litertje brandstof had opgesoupeerd. Dat komt overeen met een verbruik van amper 0,6l/100km. Een zaak die nog indrukwekkender is als je weet dat de auto’s aan het eind van de 22,5km lange strip telkens moesten omdraaien.
Helaas bleken de meeste aanpassingen van Visser niet toepasbaar op seriemodellen. De auto werd door de geschiedenis vergeten tot hij in 2012 plots opdook op een veiling. Inmiddels staat hij in een automuseum in de buurt van Seattle.