Simply clever. Neen, dat is niet de slogan van Fiat, dat weten we. Maar deze slogan zou 35 jaar geleden perfect geweest zijn voor deze no-nonsense Italiaan.
In 1980 toverde de bekende Italiaanse designer Giugiaro de Panda uit z’n pen. Deze Fiat was moeilijk in een hokje te plaatsen. Hij was vooral zeer compact en basic. Minimale buitenafmetingen, maar een maximaal praktisch nut. De Panda viel op door zijn apart design: een sobere, hoekige stijl, voorzien van simpele oplossingen.
Ruimte zit in de hoogte
Door zijn kubistische stijl had hij wat van een blokkendoos. Smalende criticasters spraken van een ‘schoendoos’. Maar de nieuwe stijlfilosofie van Fiat bestond erin om de ruimte in de hoogte te zoeken. Ook de latere Fiats Uno of Tipo gingen verder op die ingeslagen weg. Weliswaar wat afgeronder en minder simplistisch.
Danzij dit design blonk de Panda uit in functionaliteit. De Panda kon 4 personen vervoeren, maar dankzij z’n instelbare achterbank beschikte hij eveneens over een praktische koffer. De achterbank kon zelfs helemaal plat gelegd worden en dienst doen als bed. Om ruimte te besparen waren de zetels ongezien dun, en voorzien van afneembare hoezen die gewassen konden worden. Clever.
“de Panda voelde erg goedkoop aan, als een auto die met haken en ogen in mekaar hing”Bij de Panda waren alle ramen, ook de voorruit, geheel vlak. Dergelijke glaspartijen waren goedkoop en makkelijk te vervangen of te produceren. De Panda viel ook op door het veelvuldig gebruik van plastic en gewichtsbesparende kunststof. Dat resulteerde in een zuinig lichtgewicht (715 kg). Maar deze medaille had ook een keerzijde: de Panda voelde erg goedkoop aan, als een auto die met haken en ogen in mekaar hing. En helaas bleek hij ook erg roestgevoelig.
De slimme oplossingen vond je ook binnenin. Een sober uitgevoerde boordplank met zachte materialen. Met onderaan zowaar een stoffen hangmat en een verschuifbare asbak.
Een niche apart
De Panda was moeilijk in een hokje te duwen, een beetje concurrent voor de Renault R4, maar moderner. En zeker niet bedoeld als concurrent voor de toen populaire R5, Ford Fiesta of de eigen Fiat 127. Hij speelde in een aparte niche, maar deze Panda vond wel degelijk z’n publiek: 4,5 miljoen exemplaren is verre van slecht.
Ook wat betreft techniek werd gekozen voor de meest simpele oplossingen: hij had bijvoorbeeld een achterophanging met (verouderde) bladveren. Een simpele oplossing, die best wat kilo’s aankon. Er was de Panda 30 (30pk) met een 2 cylinder van 650cc uit de Fiat 126. De best verkopende versie was de Panda 45 (45 pk) met een 900cc 4 cylinder, deze kwam uit de Fiat 127. De Panda was een voorwielaandrijver, vanaf 1983 verscheen er ook een 4x4-versie, gebaseerd op de Panda Strip concept car uit 1980 (hierboven). En vanaf 1986 was er een 1300cc diesel beschikbaar.
Spaanse neef
“Net zoals Renault’s R4 of de Citroën 2pk was het concept van een minimalistische auto gedoemd om te verdwijnen”
Het Spaanse Seat maakte in 1980 nog deel uit van de Fiat-familie. Vanaf de start in 1980 produceerde Seat hem als Seat Panda voor de Spaanse markt. Enkele jaren later hield de licentie-overeenkomst echter op en ging hij met een licht gewijzigde frontpartij als Seat Marbella door het leven.
De echte Fiat Panda onderging meerdere updates. Meest in ’t oog springende was het nieuwe jaren ‘80 Fiat-rooster vooraan. Later in z’n carrière verwelkomde het model modernere motoren en een betere achterwielophanging.
Halfweg de jaren ’90 werd het moeilijker voor de Panda om nog tegemoet te komen aan de steeds strengere Europese veiligheidsnormen. Net zoals Renault’s R4 of de Citroën 2pk was het concept van een minimalistische auto gedoemd om te verdwijnen. Pas 23 jaar later, in 2003, kwam de opvolger, en die was veel minder minder spartaans.