Renault heeft altijd al bijzondere aandacht gehad voor sportiviteit. Het Franse merk heeft een traditie in de F1, er was de huistuner Gordini, die regelmatig een model onder handen nam. En dan is er nog het atelier Alpine uit Dieppe (Normandië), dat jaren aan een stuk z’n bijdrage leverde aan het sportieve imago van Renault.
Alpine bouwde sportcoupés met onderdelen en motoren van het Franse merk. In de jaren ’60 had Alpine al wat naam gemaakt met de A110, ooit de winnaar van de rally van Monte Carlo. In 1971 kwam z’n opvolger: de Alpine A310.
Meer show dan ‘go’
Het tweede model van Alpine straalde nog meer brutaliteit en stoere agressiviteit uit dan z’n voorganger. Een imposante voorkant, een forse bandenmaat en een bizar afgeknotte achterkant, met een lelijke achterspoiler.
Hij mocht er dan al zeer stoer uitzien, bij zijn lancering in 1971 beschikte de Alpine A310 (slechts) over de motor van de Renault 16, dwz een 1600cc met 125pk. Niet echt een krachtpatser.
Maar door z’n polyester carrosserie en compacte motor was de A310 een lichtgewicht, amper 830kg en slechts 1,15 m hoog. De bescheiden motor werd net voor de achteras gemonteerd, dat zorgde voor een goede wegligging maar ook voor een overdaad aan decibels in de cockpit. De sportievelingen vonden dat 2 grote pluspunten.
Eénmaal de moeilijke instap verricht, had de chauffeur een echt coupégevoel: een sportieve cockpit, 2+2 noodzitjes, en de lage zit in combinatie met het zeer aanwezige motorlawaai gaf volop sportieve rijsensaties.
De A310 was echter vooral een showauto met bescheiden prestaties en evenmin een sportief palmares.
Eindelijk meer vermogen
Vanaf 1976 werd de A310 wat krachtiger: hij kreeg de V6 van 2600cc met 150 Pk (een motor uit de R20/30, Peugeot 604 of Volvo 260). Deze zette 980kg op de weegschaal en was al een beetje meer concurrent voor bvb een Porsche 924 of Mazda RX7.
“De A310 was echter vooral een showauto met bescheiden prestaties en evenmin een sportief palmares”In de artisanale werkplaats van Alpine werden de sportwagens met de hand gebouwd. Om één model afgewerkt te krijgen, waren er 130 werkuren nodig. Dus het hoeft niet te verwonderen dat er geen grote aantallen gebouwd werden: 11.616 exemplaren, tijdens een loopbaan van 13 jaar.
In 1985 verscheen de Alpine GTA. Deze oogde minder bruut, meer gestyled, en was voorzien van een krachtige turbomotor.
Er wordt al jaren gespeculeerd over een nieuwe sportieve Renault Alpine. Met de regelmaat van de klok verschijnen er schetsen of mogelijke prototypes. Maar tot op heden blijven de liefhebbers op hun honger zitten.