In zijn begindagen had de Opel Calibra het best moeilijk - om verschillende redenen. Enerzijds moest hij de Manta B doen vergeten. En die is met een productieloopbaan van 13 jaar niet alleen het tot op vandaag langst gebouwd model van Opel, ook de meer dan een miljoen verkochte exemplaren tonen aan hoezeer die wel niet geliefd was bij het grote publiek. Anderzijds moest de Calibra kortemette maken met het schizofrene imago van zijn voorganger, eindeloos populair, maar tegelijkerheid het slachtoffer in talloze moppen. Wat bij ons de domme blondjes zijn, zijn in Duitsland de Manta's: Wat is het kleinste onderdeel van de Manta? - De hersenen van de bestuurder. En dat Snelle Eddy met een Manta rijdt, is ook geen toeval.
Een onvoldoende
Jammer, maar helaas, de Calibra slaagt in beide opdrachten niet. Tijdens de zeven jaar dat hij gebouws werd, kon Opel weliswaar 222.000 exemplaren van de coupé verkopen, maar vergeken met de Manta is dat peanuts. Bovendien neemt hij ook de rol van zijn voorganger als favoriet slachtoffer in de tuning scene over. Er reed nauwelijks een Calibra rondt, die niet voorzien was van een opvallend kleurtje, brede velgen of belachelijk grote spoilers.
Erg weinig luchtweerstand
Zijn nieuwe, elegantere koetswerklijnen konden geen soelaas brengen, ook al waren die uiterst effeciënt gestroomlijnd. Met een cw-waarde van 0,26 (weerstandscoëfficiënt) was de coupé in zijn tijd de meest aerodynamische productieauto ooit. Met vierwielaandrijving en turbo komt de Calibra vanaf 1992 in nieuwe sferen en schopt het tot 204pk. Kort daarna laat Opel de coupé in de DTM en de ITC deelnemen - en de Duitsers winnen er in 1996 met Manuel Reuter als piloot hun laatste grote motorsporttitels. Een jaar later verdwijnt de Calibra uit het Opel-gamma - en tot op de dag van vandaag zal hij de laatste mid-size coupé uit Rüsselsheim zijn.