Wie midden de jaren vijftig op zoek was naar opwindend design moest zich niet beperken tot de Amerikaanse of West-Europese auto-industrie. Ook de fabrikanten uit het Oostblok gaven hun modellen een welgevormd koetswerk mee. Als een van de mooiste Oost-Europese auto's ooit worden vaak de Skoda 440 uit 1955 en de twee jaar later verschenen cabrio 450 genoemd. Bij het grote publiek zijn beide modellen beter bekend onder hun in 1959 geïntroduceerde namen, die de constructeur trouwens ook voor latere bestsellers zal blijven gebruiken: Octavia en Felicia.
Solide en gegeerd
Dankzij zijn strak vormgegeven uiterlijk ziet de tweedeurs Octavia er sneller uit dan dat hij effectief is. Afhankelijk van het bouwjaar en de variant van het model zijn de 40 tot 55pk-sterke motoren tussen de 1.1 en 1.2-liter groot en dat volstond in die tijd ruimschoots om behoorlijk mee te kunnen. Bovendien hebben de viercilinders zich een gedegen reputatie opgebouwd: robuust en slijtvast. De exemplaren die de tand des tijds overleefd hebben, kwijten zich vandaag de dag dan ook feilloos van hun taak. Als oldtimer zijn de Tsjechische vintage schoonheden zijn nu ook in het Westen populair en dat drijft hun prijzen omhoog. Goed bewaard gebleven exemplaren van de Octavia sedan en van de tussen 1961 en 1971 gebouwde stationwagon kosten als snel € 7000 euro, de cabrioversie gaat vaak voor het dubbele weg.