Dertig jaar geleden kwam de Peugeot 205 GTI aangescheurd. Dat is de wereld niet vergeten. Er wordt nog steeds over deze charismatische hatchback gepraat. Bij elke lancering van een compact model van Peugeot wordt nogal makkelijk gerefereerd naar de 205, en dan gaat het algauw over de GTI. Hij heeft indruk gemaakt. Maar laat ons beginnen bij het begin…
Het is niet overdreven om te stellen dat de 205 als dé redder van het merk mag worden beschouwd. In de jaren ’60 en ‘70 beleefde Peugeot mooie jaren dankzij het succes van de 404 en vervolgens de nog succesvollere 504. Begin jaren ’80 was die glorieperiode echter uitgewerkt. De 305 en 505 waren best verdienstelijke auto’s, maar misten uitstraling. Vergeleken met z’n Franse concurrenten had Peugeot een eerder conservatief imago.
En toen was er de 205
De sterren stonden goed: het segment van de compacte 4-zitters was in volle opgang. Dat bewees de succesvolle Renault 5 reeds verschillende jaren. Vervolgens kwamen er alsmaar meer Duitsers en Japanners in de arena. De vraag naar deze kleinere, praktische auto’s bleef gestaag groeien.
Bij z’n lancering in 1983 had de 205 geen enkele moeite om z’n concurrenten te overklassen. Een veeleer sober, maar geslaagd lijnenspel met prima motorisaties, een vlotte, dynamische rijstijl tot zelfs een goed in de hand liggende versnellingspook die leek op een hockeystick; de 205 had het allemaal.
Het plaatje klopte helemaal
De 205 was beschikbaar in vele varianten: zuinige versies, sportieve varianten, een diesel, een aparte 3-deurs. Pininfarina zorgde voor een stijlvolle cabrio. Nog later kwamen er enkele opvallende versies: de Lacoste (met het bekende krokodillogo) en Roland Garros (half lederen bekleding in het wit, rode gordels en een mooi schuifdak). Kortom: iedereen vond een variant naar z’n gading. Net zoals de hippe Fiat 500 of de Mini dat vandaag nog steeds voor mekaar krijgen.
Peugeot had niet alleen een goed product, maar deed ook aan slimme marketing. De 205 werd gelanceerd als ‘een tof nummer’ (Le sacré numéro), met veel aandacht voor het sportieve (GTI) tot zelfs overwinningen in de Parijs-Dakar-rally. Kortom, de jaren ’70 waren het decennium van de R5, de jaren ’80 waren duidelijk het era van de 205. Renault stond erbij en keek ernaar.
Ijzersterk imago
De 205 slaagde erin om een ijzersterk imago te verwerven, sympathiek en stoer tegelijk. Nochtans kon hij niet prat gaan op een degelijke afwerking. Zoals bij meerdere Franse wagens in die periode, was er wat gerammel en gekraak in het interieur. De laspunten waren nogal grof, het hang- en sluitwerk was niet altijd nauwkeurig. Bij Peugeot werd er in die periode nog weinig met robots gewerkt, bij de productie was er nog veel hand- en sleutelwerk, met een povere assemblagekwaliteit tot gevolg. Maar zolang de liefde voldoende groot is, wil men wel wat door de vingers zien.
Een GTI om van te dromen
Zoals wij al vermelden, betekende de lancering van de GTI een belangrijke boost voor het succes van de 205. Eerst een 1.6 liter (105pk), later werd dat een 1.9 liter (tot zelfs 130pk). Weinig kilo’s, veel pk’s. Het rijgevoel kwam in deze GTI maximaal tot uiting, dankzij een potente motor en een lichtvoetig chassis, opgefleurd met vele rode accenten.
Nog meer spektakel
En er kwam nog meer spektakel: in 1984 verscheen de TURBO 16, niet bedoeld voor dagelijks gebruik. Daarvan werden slechts 200 exemplaren gefabriceerd. Het was een 4x4 die eigenlijk niets gemeen had met de echte 205. Een beetje de vorm, vooral de lichten. Onderhuids lag een superpotente 16 klepper met KKK turbocompressor (1800cc) gemonteerd voor de achteras, waar de echte 205 een achterbank had. De eerste versie beschikte over 350pk, latere versies gingen tot 500pk. De Turbo 16 maakte Peugeot in 1985 en ’86 wereldkampioen rally en een jaar later won deze bom op vier wielen met dikke banden de (toen nog zeer prestigieuze) Parijs-Dakar-rally. Peugeot gooide daar een enorm budget tegenaan, maar wist goed wat het aan het doen was. Deze exploten zorgden immers voor een huizenhoog prestige voor de 205 en dito verkoop.
In het zuiden van Marokko vind je nog meerdere garages waar opgepepte en uitgebouwde 205’s, meestal felgekleurd en vol reclamestickers, staan te wachten op liefhebbers. Dat zijn dan meestal volwassen kinderen die zich willen uitleven in de grote zandbak en al doende opnieuw de hoogdagen van Parijs-Dakar kunnen beleven.
Eeuwig jong
Zelden heeft een model zo weinig nood gehad aan een facelift. Je hebt een vergrootglas nodig om de 7 verschillen te ontdekken in de 15-jarige carrière van de 205. Wie goed kijkt, zal in de loop der jaren andere achterlichten opmerken, andere richtingaanwijzers vooraan, wat opsmuk van het dashboard... maar nooit ingrijpende veranderingen.
De opvolging van de 205 beloofde aartsmoeilijk te worden. Het waren grote schoenen om in te gaan staan. Peugeot koos aanvankelijk voor een graduele opvolging: in 1991 kwam de kleinere 106, die onder de 205 werd gepositioneerd. In 1993 kwam de 306, die boven de 205 gepositioneerd werd. Best leuke auto’s, maar ze ontbeerden het prestige en vooral de fun-factor van de 205. Dus wat gebeurde er? De klanten bleven de 205 trouw. In z’n nadagen, terwijl de 106 en 306 al volop beschikbaar waren, bleef het nog ‘special editions’ van de 205 regenen die telkens moeiteloos bleven verkopen. Pas in 1998 kwam er met de 206 een echte opvolger.
Na een carrière van 15 jaar en 5,3 miljoen exemplaren mocht de 205 met pensioen. Zijn schaduw waart zeer zeker nog bij de ontwerpers en marketeers van Peugeot rond.