Het ‘perfecte’ interieur in deze Morris Mini Minor uit 1967.
55 jaar Mini
De meest geharde Mini-liefhebbers maken er een gewoonte van elk jaar samen te troepen. Telkens in verschillende landen, maar om de vijf jaar landt het als festival aandoend evenement weer in thuisland Engeland. En omdat het de 55ste verjaardag van het merk is kon Auto55.be het niet laten om daar 55 karakterplaatjes te gaan schieten.
Het piepkleine motorblok van de Mini uit 1959. De niet eens 900cc viercilinder ligt dwars, wat destijds ronduit revolutionair was.
Ultieme 80’s kleuren: zwart en goud.
Ook best apart, de dwars geplaatste radiator, die z’n lucht aanzuigt via de wielopening.
Wie wil er nu echte spaken als je ze ook kan ‘faken’? Met verf, op het wiel van de Leyland Clubman Estate bijvoorbeeld.
De carterbescherming van een ‘Rally’.
Midas bouwde de Mini op tot een sportautootje en het stond daarin niet alleen.
Nu zijn de spaakjes tenminste al ‘echt’.
Austin Cooper-logo, ook op de neus van een Belgische Mini.
Het L-logo op een Mini Clubman.
Nog maar eens een logo, nu zonder tekst.
Met een echte koffer: Riley Elf MkIII.
Net als bij de VW Kever een erg populair accessoire - de koplampkapjes.
Grille met wat meer ‘stijl’ op deze Austin.
De ruitenwissermotor van fabrikant Lucas zit gewoon aan de binnenkant.
Ook van Lucas, maar met een geel lampje en het stuur links - dat moet een Franse zijn.
Lichtmetalen velgen uit 1980.
Echt hout, aan de buitenkant van een vroege Mini Clubman.
Toen moest werkelijk alles nog regelmatig gesmeerd worden. Zie de smeernippel.
Met sportstuur: Interieur uit het laatste jaar van de ‘echte’ uit 1999.
Voor de koeling: louvres in de motorkap van de Mini Moke (1965).
Terug op de nieuwe Mini’s - de typische John Cooper Works Striping.
Een aluminium sierlijst vooraan de deur en de lederen riem die de deur tegenhoudt.
Nog een deurklink, nu van een Morris uit België.
De originele Mini-Clubman-badge. Ook toen was het al een sticker.
De originele deurklink. Een slot was er alleen aan de bestuurderszijde.
Alleen op de eerste generatie: een tankdop met ribbeltjes.
De startknop van de Mk 1, je vind hem op de vloer.
De scharnieren van het achterruitje van de eerste generatie zitten aan de buitenkant.
Schitterend in alle eenvoud: de remvloeistofreservoirs.
Handvat, omdat je bij een Mini Moke toch iets zou hebben om je aan vast te houden.
Zo herken je een 'echte', met lederen handschoenen op het stuurtje.
Extra zijspiegel, geklemd op een afvoergoot die tegelijk ook lasnaad is.
‘Street Cred’ voor oldtimers. We waren er zelf ook graag bijgeweest.
Mini Cooper S - lederen riem om de motorkap te verzekeren.
Reclame ja, maar wel heerlijk retro.
Koplampgrille, ook op een Cooper S.
Sierlijke wieldoppen uit 1967.
Een AA-lidmaatschap (zoiets als Touring) hadden ze bijna allemaal. Wellicht niet omdat de betrouwbaarheid legendarisch was.
Speciale reeksen van toen waren gewoon specialer. 250 stuks…
De 1965 World Rally Mini Cooper S ziet het licht.
Elektrisch schema. Groot, en als je het hebben wil ook duur. 80 Pond…
Meer ‘posh’ dan een gewone Mini: de Riley.
Een Wolseley - een luxere versie van de Riley. Voor het verval van dit exemplaar inzette, tenminste.
Yes, very Britisch indeed.
Gigantisch: het achteruitrijlicht op de Mini Cooper S MkI.
Fabrikant Lucas zorgde voor licht, van het prille begin tot de eighties.
Mini Cooper “Sprint”, een versie met verlaagde daklijn, destijds te koop van een gespecialiseerd bedrijf, maar er zijn er slechts een handvol van gebouwd.
De aansluiting van de olieleiding op het motorblok van vroege Mini’s was nog in koper. Dat betekent dat je het kan oppoetsen.
Het Italiaanse Innocenti bouwde een Mini onder licentie, met een eigen look.
Minimalistisch! Veel wijzer wordt je er dan ook niet van - het dashboard van een (nog ongerestaureerde Mini Moke.
Marcos vertimmerde de Mini tot sportautootje.
De houten sierlijst op een Leyland Clubman Estate, omdat het materiaal toen niet meer nodig was voor de constructie. Of het echt is? Neen, denken we.
Van Marcos: het logo steekt z’n Mini-DNA niet weg.
Het Mini-logo vandaag.