In 1950 introduceerde Volkswagen de T1. Een minibus die - in z’n verschillende koetswerkvormen - steevast gebruik maakte van de ingewanden van de VW Kever. Met inbegrip van de erg bescheiden motorisaties. De vorm van de T1 hoort tot het collectieve geheugen. Zo zeer dat Volkswagen er zelfs voor een nieuwe elektrische bestelwagen naar teruggrijpt. Want een beetje retrosentiment maakt een hogere prijs verteerbaar. Maar het is niet het enige voertuig dat uitpakte met dat silhouet. Deze Palten-Diesel van Oostenrijkse origine zag het levenslicht in 1954 en is nagenoeg identiek.
Productie vanaf 1955
Dat het Oostenrijkse bedrijf Palten-Stahlindustrie de T1 kopieerde, lijkt als een paal boven water te staan. Beide modellen zijn nagenoeg gelijk op vlak van vormgeving, koetswerkverhouding en techniek. Maar er zijn gelukkig ook nog enkele verschillen. Zo werd de Palten-Diesel van meet af aan geleverd met een voorruit in één stuk. Iets wat VW pas voor elkaar kreeg in 1968. En de Oostenrijkers lieten ook het gros van de sierelementen en opsmuk achterwege, waardoor de bus een stuk soberder oogt. De Palten-Diesel werd voor zover we konden achterhalen ook niet in thuisland Oostenrijk gebouwd, maar liep in Spanje van de band.
Dieselmotor
Volkswagen had evenmin een dieselmotor in het gamma, en dat was nu net waar deze Palten-Diesel wél mee uitpakte. De aandrijving werd verzeker door een 2-cilinder viertaktdieselmotor met een totale inhoud van 1.020cc. In een pre-turbo-tijdperk leverde dat het quasi verwaarloosbare vermogen op van 20pk. De Palten-Diesel woog dan wel maar één ton leeg (en kon nog 800kg last of passagiers vervoeren), maar zelfs dan mag je de hoop op acceptabele prestaties op je buik schrijven. En natuurlijk zat de diesel op exact dezelfde plek als VW’s benzinemotor: net over de achterwielen.
Magere prestaties
Een acceleratietijd naar 100km/u is er niet om de eenvoudige reden dat het model geen 100 haalde. Wie de vierbak kunstig door z’n twee eerste niet gesynchroniseerde versnellingen loodste om vervolgens de luxe van een gesynchroniseerde derde en vierde versnelling te ervaren, was met wat goede wil in staat om een topsnelheid van 75km/u te realiseren.
De 4-takt tweecilinder dieseleenheid was behoorlijk zuinig in absolute cijfers (want 6 liter volstond om 100km ver te geraken), maar wie prestaties en gewicht in rekening neemt, is wellicht verre van onder de indruk.
Wat gebeurde ermee?
Zeker is dat er nog slechts een handvol Palten-Diesels bestaan. Maar de informatie is zo schaars dat zelfs onduidelijk is wanneer ze uit productie gingen.