Na de dubbele winst van Jaguar met de XJR-12 bij aanvang van de nineties schreef Mazda in 1991 geschiedenis door als allereerste Japanse constructeur de overwinning binnen te halen. De bolide in kwestie: een 787B aangevuurd door een wankel- of rotatiemotor - een formule die zo succesvol bleek dat ze prompt werd verboden. Mazdaspeed, de huistuner van het merk, had drie wagens ingeschreven: een 787 van een jaar oud en twee nieuwe 787B's. De victorie kwam als een verrassing, want het winnende model met rugnummer 55 vertrok bij de start pas vanaf de 19de positie. De groen-oranje 787B liet bij het overschrijden van de eindmeet drie Jaguars en één Mercedes achter zich (in die volgorde) om de top 5 te vervolledigen. Teammanager Ohashi had de piloten opgedragen om de auto te blijven besturen alsof het een korte sprint betrof. Datzelfde jaar werden de bochten Arnage en Indianapolis bijgevijld om de zandbak uit te breiden. Drie jaar later werd de Dunlop-chicane vernauwd.
In 1992 en 1993 was Peugeot heer en meester met de 905 Evo 1B, in 1994 won Porsche met een Dauer 962 Le Mans en in '95 deelde McLaren rake klappen uit door een F1 GTR naar de overwinning te sturen. Vanaf '96 was Porsche alweer de grootste. In 1998 - met de 911 GT1 - was dat voor de zestiende keer in totaal, en (voorlopig?) ook voor de laatste maal. Maar het is wel een record dat nog steeds standhoudt. Het merk is overigens ook nog steeds sterkhouder als het op opeenvolgende overwinningen aankomt (7, van '81 tot '87), voor Ferrari (6) en Audi (5).
Wat we ons van voor de milleniumwissel ook herinneren is het vliegwerk van Mercedes. Tijdens de editie van 1999 ontsnapte piloot Peter Dumbreck ternauwerdood aan zware verwondingen (of erger) aan boord van z'n Mercedes CLR. En aangezien Mark Webber tijdens de qualificatiesessies ook al overkop was gegaan met een auto van hetzelfde type, werd het overgebleven exemplaar uit voorzorg uit de race gehaald. BMW won die editie met de V12 LMR.