De in 1984 geïntroduceerde Espace sloeg destijds in als een bom. Van de eerste lichting wist Renault niet minder dan 182.000 exemplaren aan de man te brengen. Maar het door Matra ontwikkelde MPV-concept bracht, na Chrysler die de Voyager presenteerde, uiteraard ook andere autoproducenten op ideeën. Dus kreeg generatie twee uit 1991, hoewel fel verbeterd, zijn podiumplaats niet meer zomaar aangereikt.
Espace F1 Concept
In '94 stond de jarenteller op een symbolische 10 en had Renault samen met Williams een derde F1-wereldtitel op rij binnengehaald. Een gedroomd excuus bood zich aan om een extreem voorbeeld van hun kunnen op de wereld los te laten. Dat is de Espace F1 Concept geworden, die in wezen niets met het eigenlijke productiemodel te maken had, maar het merk wel een serieuze imagoboost opleverde. En om de auto toch nog een beetje 'bruikbaar' te doen lijken, bood hij plaats aan vier inzittenden, die elk over een eigen kuipje en het bijhorende harnas beschikten.
Matra stond nog steeds in voor de bouw van het koetswerk, dat volledig uit koolstofvezel was opgetrokken, en voor de basis werd de Williams FW14 F1-bolide gebruikt. Daar werd een deel van het onderstel, de hele achterwielophanging, de sequentiële zesversnellingsbak en een nog verder opgedreven versie van de motor van afgesnoept. De zichtbare 3.5 V10 lag verscholen tussen de achterste zitplaatsen en jaagde meer dan 800pk en 705Nm koppel naar de met slicks overspannen achterwielen.
Tot 2G
Voor de testsessies kon men rekenen op toppers Alain Prost en Eric Bernard, die tijdens het betere bochtenwerk tot wel 2G te verduren kregen. De 40-kleppenmotor kon de naald tot 15.000tr/min laten klimmen en de prestaties op de baan waren van een hoogst indrukwekkende aard. Het spurtnummer naar 100km/u was al na 2,8 seconden achter de rug, naar 200 lukte in minder dan 7 tellen en zijn astronomische topsnelheid lag op 312km/u.
Even indrukwekkend was het remvermogen, met dank aan een set koolstofkeramische stoppers. Om van 300 naar 70km/u te vertragen hoefde de 1,3t wegende racebus slechts 80m af te leggen, en bij de omgekeerde spurt kwam hij na minder dan 600m tot een volledige halt.
De concept car kon op heel wat wereldwijde belangstelling rekenen, wat men ertoe leidde om nog een tweede exemplaar in elkaar te schroeven. Nummer één belandde na zijn acties op het circuit van Paul Ricard in een museum, de overblijver ging de promotionele toer op.
Een tweede en geheel andere stunt volgde overigens in 1998, op naam van Franco Sbarro. Ditmaal werd geen Formule 1, maar een Espace V6 als donorwagen gebruikt. De stijstudie zag af van dak en voorruit en werd toepasselijk Espider gedoopt, met plaats voor vijf personen die elk een helm op moesten. De Espider kwam er als hommage de 24 uur van Le Mans-overwinningen die Matra van '72 tot '74 had binnengerijfd. Aan de prestaties van de Espace F1 werd er vanzelfsprekend niet getipt.