In 1960 vond Aston Martin de tijd rijp voor een opvolger van de DB4. Maar niet voor er nog één keer wat speciaals mee was gedaan. Het allerlaatste chassis om van de band te lopen, werd daarom verhuisd naar Italië, waar de toen nog jonge designer Giorgetto Giugiaro er een Gran Turismo van moest maken. Die moest af zijn tegen de opening van het Autosalon van Genève in 1961.
Het resultaat is deze Aston Martin DB4 GT Bertone Jet. Van een gewijzigd koetswerk kan je bezwaarlijk spreken - de auto is erg grondig onder handen genomen. Zo is de wielbasis zo'n 8cm ingekort ten opzichte van het donoronderstel en werd in het koetswerk alleen al 91kg gewicht uitgespaard.
De zescilinder lijnmotor heeft dubbele nokkenassen, een inhoud van 3,7l en hoewel die specificaties gedeeld worden met de productiecentrale van dat moment, is het vermogen gevoelig aangedikt. Dankzij de montage van drie Weber carburatoren steeg dat van 240pk (productieversies) tot 302pk (bij 6.000t/min). Het stelde de uniek gelijnde en erg elegante Aston Martin in staat om vanuit stilstand naar 100km/u te accellereren in 6,1 seconden en een weinig kinderachtige topsnelheid van 246km/u neer te zetten.
Bertone waardeerde niet alleen het acceleratievermogen op, maar werkte ook op de stopkracht. Vier Girling schijfremmen werden gemonteerd. De DB4 GT Bertone Jet werd mede daardoor de eerste auto ter wereld die vanuit stilstand naar 160km/u (100Mph) en weer naar nul kon in minder dan 20 seconden.
Het minitieus gerestaureerde unieke exemplaar wisselde van eigenaar op een Bonhams-veiling in mei 2013. Er werd toen net geen $ 5 miljoen voor betaald (exclusief veilingkosten). Het pareltje is in vol ornaat te bewonderen in onze fotospecial.