In 1992 introduceerde Jaguar de productieversie van de XJ220. Een model waarover de gefortuneerde kandidaat-kopers (het model kostte omgerekend zo'n € 450.000) hun teleurstelling in eerste instantie niet konden verbergen. Jaguar had de in 1988 voorgestelde concept car, getekend door Keith Helfet, immers een 6,2l V12, een speciale deurconstructie en vierwielaandrijving gegeven. De 220 in de typeaanduiding stond voor de beoogde topsnelheid (in mijlen per uur uiteraard).
Bij de voorstelling van de productieversie had de sportauto conventionele portieren, achterwielaandrijving en was een bij Rover geleende 3,5l V6 centraal in het chassis ingebouwd. De eerste V6 in een Jaguar. Wel voorzien van twee turbo's en daarom 550pk en 644Nm sterk. Gebouwd op een aluminium structuur (honingraat, gelijmd) zette het model niet meer dan 1.470kg op de weegschaal. De combinatie werd gemaakt met een handgeschakelde vijfversnellingsbak en hoewel de top van 352km/u niet werd gehaald, is het met een pieksnelheid van 341km/u ook vandaag nog de snelste productie-Jaguar uit de geschiedenis.
Het eerste prototype werd al in 1990 afgewerkt, maar de eerste wagenvoor klanten reed in juni 1992 uit de fabriek. Twee jaar later werd de productie gestaakt. De teller stond toen op 275 stuks.