Als we het hebben over een topsnelheid van 240km/u en een acceleratietijd tot 100km/u van iets meer dan 7 tellen, dan oogt dat niet mis voor een moderne auto. Maar deze prestatiecijfers dateren van meer dan vijftig jaar oud en horen bij de Jaguar E-Type.
De E-Type werd voorgesteld op het Autosalon van Genève 1961. Die beurs werd toen overigens in juni en dus later op het jaar gehouden, waardoor de officiële geboortedag van het model 15 juni 1961 is. De E-Type die er stond te blinken, was op 14 juni echter nog steeds op het Engelse hoofdkwartier van de constructeur. Bob Perry, die werkte op de PR-afdeling van het merk, vertrok er om zeven uur 's avonds mee richting Genève en kwam daar de volgende ochtend aan. Vervolgens reed hij recht naar de belangrijkste Jaguar-verdeler in de omgeving, waar de auto op 20 minuten tijd werd opgepoetst, en geen uur later was de E-Type met registratienummer 9600HP op de salonvloer te bewonderen.
Onder zijn door Malcolm Sayer getekende aluminium koetswerk lag een 3.781cc zes-in-lijn met dubbele bovenliggende nokkenassen en drie carburatoren. Goed voor een vermogen van 265pk bij 5.500t/min en een trekkracht van 350Nm bij 4.000t/min. Bovenstaande cijfertjes zijn vooral te danken aan het leeggewicht dat slechts 1.234kg bedroeg. De opgegeven topsnelheid was evenwel een optimistische inschatting. De E-Type werd destijds weliswaar geklokt op 240km/u door een Brits autotijdschrift, maar Jaguar speelde een klein beetje vals, onder meer door de auto op racebanden te zetten en hem te voorzien van dunner glas. Het maakte de massa echter allemaal weinig uit. Wie een halve eeuw terug op zoek was naar een sportwagen deed aan de E-Type een goede zaak. Het model was nieuw te koop vanaf 2.097 Britse Ponden, of 2.156 voor de coupé. Een Aston Martin presteerde destijds minder goed en kostte dubbel zo veel.
Jaguar bouwde de E-Type uiteindelijk 13 jaar lang en hij kreeg ook een V12 ingelepeld. Hij werd zowel als roadster en coupé verkocht. Van de eerste generatie werden er tot 1968 38.412 gebouwd. De tweede generatie liep tot 1971 van de band in 22.916 exemplaren en de derde evolutie tikte voor het einde in 1974 af op 15.287 stuks. Het allerlaatste exemplaar werd ingeschreven onder registratie HDU555N.