De 2pk onstond eigenlijk in de jaren dertig. Bandenfabrikant Michelin had zich in 1935 bij Citroën ingekocht (lees: het bedrijf van de ondergang gered) en Michelin wist dat meer auto's verkopen hetzelfde effect zou hebben op de verkoop van banden. Er werd dus, en niet uitsluitend door Citroën, gedacht aan een wagen voor het volk, in de geest van de tijd. Een auto met een verschillend ontwerp en andere uitvoering, die minder duur en minder elitair was als de andere auto's uit z'n tijd.
Toute Petite Voiture
Bij Citroën brak Pierre Boulanger z'n hoofd over het ontwerp van een TPV (‘Toute Petite Voiture'). Die moest economisch te produceren, makkelijk in gebruik en onderhoudsvriendelijk zijn. En dan nog eens de vergelijking met de concurrentie kunnen doorstaan. Fiat had net de 500 Topolino gelanceerd, dus het moest vooruit gaan. Het lastenboek maakte gewag van vier zitplaatsen, met een portier voor elk, een snelheid van 50km/u en een verbruik van 5 liter per 100km. Er stonden ook een aantal opmerkelijke zaken in. Zo moesten de vier volwassen inzittenden een hoed kunnen ophouden, en moest het mogelijk zijn om met een mand eieren in de koffer over een akker te rijden zonder dat er één breekt. Het lastenboek was gebaseerd op een enquête die in 1922 werd afgenomen.
“Het moest mogelijk zijn om met een mand eieren in de koffer over een akker te rijden zonder dat er één breekt”Op 23 augustus 1939 werd de legende geboren en officieel gehomologeerd bij de dienst der Mijnen, onder de naam 2 CV A. Maar amper 10 dagen later, op 3 september 1939, maakte de oorlogsverklaring van Duitsland een brutaal einde aan het programma. De 2 CV A werd angstvallig uit het zicht van de Duitse bezetter gehouden. Die was immers bezig met z'n eigen wagen voor het volk (de Kever). De Fransen verborgen de 2 CV A zo goed dat hij pas in 1968, bij werken in het testcentrum van Citroën in Ferté Vidame, werd teruggevonden.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, was de 2 CV A géén prototype maar een seriemodel. Er werden er in het totaal 100 van in het verkeer gebracht. Citroën zelf is heden eigenaar van vier exemplaren. De 2 CV A wordt gekenmerkt door z'n licht koetswerk van aluminiumplaat, de vier spatborden van plaatstaal en rhodoïd dat gebruikt werd in de plaats van glas voor de ruiten. Het model beschikt over slechts één koplamp, die links op het koetswerk staat. Andere aandigheden zijn de enkele ruitenwisser met elliptische loop, de afwezigheid van een startsleutel en natuurlijk z'n ophanging. Die bestond uit 8 torsiestangen. Twee daarvan treden slechts in het geval van overbelasting in werking. En de wielen in lengterichting waren met elkaar verbonden om interactie te bekomen. Die ophanging zou één van de meest markante kenmerken van de 2pk worden. Omdat de 2 CV A zeer licht was, volstond een piepkleine luchtgekoelde tweecilindermotor om hem voort te stuwen.
Première in 1948
Het grote publiek kreeg het model pas in 1948 op het Autosalon van Parijs te zien. Vanzelfsprekend zat de oorlog daar voor iets tussen. Maar ook het tekort aan grondstoffen en de overheidsplanning die elke onderneming een specifieke categorie van te produceren auto's toewees. De journalisten van die tijd twijfelden aan zijn prestaties, hielden niet van de Spartaanse afwerking, of van zijn uniform grijze kleur. Maar de 2 CV sloeg in als een bom. De kleine auto werd zo populair dat de leveringstermijnen soms opliepen tot 5 jaar. Al in 1950 kreeg de 2 CV z'n nu herkenbare vorm. De watergekoelde tweecilinder werd vervangen door een luchtgekoeld exemplaar, waarvan bijna iedereen nu nog steeds de kenmerkende klankt herkent. De dure aluminium carrosserie werd voortaan gemaakt in getrokken staal en de ophanging gewijzigd. Een elektrische starter en een tweede koplamp werden vervolgens aan het recept toegevoegd. En de 2 CV was nog steeds ongezien praktisch. Daarin verschilde hij het meest met z'n concurrenten uit die tijd. Zijn zetels waren zo ontworpen dat je er goederen onder weg kon steken. De kofferklep was in 3 seconden verwijderbaar. De achterbank ruimde plaats in 6 tellen. En je kon ook de voorstoelen makkelijk uit het voertuig halen. Dat bleek niet alleen handig voor werk, maar ook voor vrije tijd. De 2 CV bood enorme mogelijkheden voor kampeerders.
De bestel-eend
Al in 1951 vormde de 2 CV de basis voor een besteluitvoering (type AU) en in 1956 verscheen de 2 CV AZL: een luxeversie herkenbaar aan zijn grote rechthoekige achterruit en stoffen kap. In 1966 werd die gevolgd door de 2 CV AZAM, een verder verbeterde versie. Die beschikte over een verschuifbare voorbank, hendels aan het stuur, in plastic gehulde metalen bumpers én voorportieren die niet langer naar achteren maar naar voren scharnierden. En daarmee zijn we bovenaan het gamma beland. In de jaren zeventig, meer dan 30 jaar na z'n eerste homologatie, verschenen de 2 CV4 en 2 CV6-modellen. Die leenden wat techniek bij de voor z'n tijd zeer vooruitstrevende AMI en reden zowaar sneller dan 100km/u. Iets wat Citroën in de kijker zette door rally's te organiseren. De 2 CV leverde niet alleen de basis voor de zo mogelijk nog meer op avontuur ingestelde Méhari; Citroën creëerde ook avontuurlijke versies van het kleine autootje.
Citroën 2CV Sahara
In 1961 zag een vierwielaangedreven variant het levenslicht. De 2CV Sahara was bijzonder geliefd bij verzamelaars, maar helaas ook bijzonder zeldzaam. Inmiddels kosten ze meer dan € 100.000. In 1973 volgde de 2 CV Raid Afrique en in 1976 de stoere 2 CV Cross. En met z'n speciale reeksen ging Citroën in de jaren zeventig en tachtig nog de romantische toer op. We herinneren ons de 2 CV Spot, de rood-witte Dolly, de 2 CV Perrier en - de bekendste van allemaal - de 2CV Charleston uit 1983.
In 1989 dan was de 2pk door z'n tijd ingehaald. Het model voldeed niet meer aan de reglementaire vereisten en uitstootnormen en kon enkel dromen van een succesvolle crashtest. In februari 1989 werd de Franse productieketen van het model stilgelegd. In de fabriek in het Portugese Mangualde ging men nog door tot 1990. Daar verliet op 27 juli om 16 uur de allerlaatste nieuwe 2pk de fabriek. Er zijn er niet minder dan 5.114.959 stuks van gebouwd.