Deze DKW F5 uit 1938 werd afgeleid van de F1 dewelke we eerder in deze driedelige minireeks bespraken. Dat was één van de meest verkochte Duitse auto's uit z'n tijd. Dankzij z'n tweetaktmotor was de productie relatief goedkoop, het weggedrag was omwille van de voorwielaandrijving zeer beschaafd naar de normen van z'n tijd en hij kon makkelijk van een koetswerk worden voorzien dankzij z'n platformchassis.
Dit exemplaar werd teruggevonden in Eupen en in 2000 en 2001 gerestaureerd. Zijn volstrekt vierkante (boring en slag zijn gelijk: 76mm) tweetakt puurt uit een cilinderinhoud van 684cc een maximumvermogen van 20pk, dat bij 3.500t/min. vrijkomt. De voorwieltrekker is daarmee in staat een topsnelheid van ongeveer 80km/u te halen. En zoals je ziet, is deze DKW er één met een roadster-koetswerk. Dat werd door het vermaarde Karrosserie Hornig uit Meerane gebouwd.
Meerane is een klein Saksisch stadje een tiental kilometer ten noorden van Zwickau waar destijds de fabrieken van Audi en Horch stonden en waar het August Horch museum (in de heropgebouwde vooroorlogse Audi-fabrieken) een plaats kreeg. Hornig als carrosseriebouwer vierde in 2006 z'n honderdjarig bestaan en werd in 1945 opgevorderd door de nieuwe Oost-Duitse staat, maar bleef in dezelfde sector werkzaam. Het bedrijf produceerde koetswerken voor verschillende bestelwagens en nagenoeg alle Trabants in breakvorm.