Welke soorten hybrides zijn er en wat doen ze?

Bekijk 23 foto's
Door: MITSUBISHI-MOTORS-BELGIUM 28-12-2020

Of je nu inzit met het klimaat, de luchtkwaliteit of gewoon met je portefeuille, hybrides lijken altijd wel een interessant alternatief. Maar is dat echt zo? En wat is het verschil tussen een ‘zelfopladende’ hybride en een plug-in hybride?

Hybrides zijn niet alleen milieuvriendelijker dan auto’s met enkel een verbrandingsmotor, maar door hun lagere CO2-uitstoot zijn ze ook fiscaal interessanter terwijl hun lagere verbruik helpt compenseren voor de stijgende brandstofprijzen. Maar de ene hybride is de andere niet, dus maken we even dit overzicht om een twijfelende autokoper te helpen door de bomen het bos te zien…

Elektrisch, maar niet helemaal

Er zijn heel wat soorten hybride systemen, maar één ding hebben ze gemeenschappelijk: ze combineren een klassieke verbrandingsmotor (op diesel of benzine) met een elektrische aandrijving. De bedoeling is dat beide soorten motoren hun eigen sterktes inzetten om de zwakke plekken van de andere op te vangen en zo tot een heel laag energieverbruik te komen. In de praktijk blijkt dat elektromotoren 4 tot 5 keer efficiënter omgaan met de beschikbare energie dan verbrandingsmotoren, dus hoe groter het aandeel van de elektrische aandrijving in elke rit, hoe lager het verbruik. Al is er natuurlijk ook nog het heikele puntje van de batterij. Die weegt immers als lood en bevat een pak minder energie van conventionele brandstof.

Mild hybrid of microhybrid

Op basis van die vaststelling kunnen we hybrides indelen in 3 categorieën: milde hybrides, full hybrides (soms ook misleidend “zelfopladende hybrides” genoemd) en plug-in hybrides. Een milde hybride gebruikt een heel kleine batterij met een lage spanning (soms zelfs maar 12 volt, vaker 24 tot 48 volt) en een elektromotor met 10 à 15 pk. De verbrandingsmotor zal de auto altijd aandrijven en de elektromotor doet eigenlijk maar twee dingen: hij fungeert als een stop-/startmotor (hij schakelt de verbrandingsmotor uit wanneer je tot stilstand komt en start die automatisch weer wanneer je weer gas geeft) en hij geeft bij zware belasting (optrekken) een duwtje in de rug. De winst in brandstofverbruik is heel beperkt (een paar procentjes). In de loop van 2020 werd deze techniek in erg veel conventioneel aangedreven modellen geïntegreerd om het verbruik (op z'n minst op papier) te drukken. De populariteit van geëlektrificeerde voertuigen in allerlei statistiekjes is voor het grootste deel te danken aan het meerekenen van auto's met een mild hybrid aandrijflijn. Daarom is ze ook misleidend want in de praktijk is het veeleer een uitgebreide start/stop-functie eerder dan een echt aandrijfgegeven. Om de verwarring met de hieronder aangehaalde hybrideformules compleet te maken zijn er heel wat automerken die in een vlaag van overmatig enthousiasme zelfs bij dit type aandrijflijn 'hybrid'-labeltjes op de auto durven kleven. Het is niet fout, maar het riskeert niettemin heel wat autokopers op het verkeerde been te zetten.

Full hybride

op de snelweg verdampt hun voordeel al snel
Een trap hoger staat de full hybride. Dankzij een iets grotere batterij (tot bijna 2 kWh in sommige gevallen) die onder een spanning van meer dan 200 volt werkt, kan de elektromotor de auto soms alleen aandrijven. Door de toch nog vrij kleine batterij lukt dat echter niet meer dan een paar honderd meter. Ze worden met name door Toyota ook wel “zelfopladende hybrides” genoemd omdat ze hun batterij enkel kunnen opladen door het rijden en dus geen stroom uit het stopcontact kunnen halen. Het merk is in verschillende Europese landen al op de vingers getikt omdat die omschrijving 'bedrieglijk' zou zijn.

Full hybrides kunnen het verbruik in de stad met wel 50 procent laten dalen, maar op de snelweg verdampt hun voordeel al snel omdat de elektromotor niet krachtig genoeg is om de auto daar alleen aan te drijven. Boven de 70 km/u rijd je in de praktijk bijna altijd met je benzinemotor ingeschakeld en schiet het verbruik omhoog. Naast Toyota hebben heel wat andere autobouwers de techniek met wisselend succes uitgeprobeerd.

Plug-in hybride

Een plug-in hybride onderscheidt zich door zijn veel grotere batterij van rond de 15 kWh. Die batterij kan aan om het even welk stopcontact worden opgeladen, thuis of op verplaatsing. De batterij werkt doorgaans ook onder een nog hogere spanning (tot 380 volt) en de elektromotor is sterk genoeg om de auto alleen aan te drijven tot snelheden van 120 à 130 km/u. Bovendien houdt een efficiënte plug-in hybride dat elektrisch rijden gemakkelijk 40 tot 50 kilometer vol voor de verbrandingsmotor in actie moet schieten. Voor de meeste gebruikers volstaat die afstand voor hun dagelijkse verplaatsingen, waardoor je in de praktijk vaak kan pendelen zonder de brandstofmotor te gebruiken. Die is er echter wel, voor het geval je eens verder wil rijden.

Het beste van twee werelden, maar ook het slechte ervan

In theorie biedt de plug-in hybride het beste van twee werelden: je rijdt in stilte en elektrisch over korte afstand en profiteert bij lange verplaatsingen van de voordelen van een verbrandingsmotor. De belangrijkste daarvan: het vermogen om in luttele minuten de tank vol te gooien. Er zijn echter ook nadelen aan de plug-in-hybride technologie. Hoewel een plug-in bij een lege batterij eigenlijk werkt als een conventionele hybride, haalt hij niet hetzelfde rendement omdat de batterij te groot en te zwaar is. En eigenlijk zijn ze ook op stroom niet erg zuinig. Grof gesteld: rijden ze elektrisch, dan sleuren ze de nutteloze verbrandingsmotor mee, rijden ze op brandstof dan verbruikt die meer omwille van het gewicht van de accu. Tenslotte is ook al gebleken (onder meer uit recente resultaten van de controversiële Elandtest) dat de combinatie van een hoger gewicht en banden met een lage rolweerstand niet goed is voor het weggedrag. Tenslotte durft een constructeur ze wel eens voorzien van een piepkleine benzinetank én zijn er nog heel wat auto's waar de accu een slok van het koffervolume lust.

Geef commentaar
comments by Disqus