Licht evolueert almaar sneller. Ja, we hebben het dan over de simpele autolamp. Begin jaren zeventig was men al onder de indruk van een halogeenlamp. Licht dat dat gaf. En wit dat dat was. Tot eind jaren negentig hield ze het vol. Meer dan 20 jaar was ze het beste dat er te krijgen viel. De 20 jaar die erop volgde hadden we eerst Xenon. Inmiddels al definitief voltooid verleden tijd. Lang ging die technologie niet mee. Gevolgd door LED en Laser. Verlichtingstechnologie evolueert wellicht het snelste van alle technologie aan je auto.
Nog maar het begin
Licht doet tegenwoordig al heel wat. Sta er maar eens bij stil. Al lang gaat het niet louter meer om zien en gezien worden. Er is veel meer aan de hand, wat we aan de hand van een bezoek aan de ontwikkelingsafdeling van VW hebben kunnen uitspitten. De Duitsers hebben bij autostad een labo dat onder meer een 120m lange tunnel omvat. Gebouwd in 2013, speciaal voor het uitdokteren van nieuwe verlichtingsnufjes.
De eerste observatie: het ontwerp en de ontwikkeling van lichtelementen valt onder het departement ‘exterieurdetails’. Het gaat tegenwoordig immers net zo hard om design dan om techniek. De tweede observatie: kop- en staartlichten worden door verschillende teams ontwikkeld. Ze vervullen immers een andere rol.
Zien
“laserlampen schijnen verder dan het menselijk oog kan waarnemen”Opvallend feit: terwijl concerngenoot Audi nog graag duizenden euro’s bij z’n klanten losweekt voor laserkoplampen, gelooft men daar bij Volkswagen niet in. De betaalbaarheid is een factor. De technische moeilijkheden voor het inbouwen van een laser (die moet gekoeld worden terwijl de wet ook een adequate beveiliging dicteert) een andere. Maar vooral: je kan met lasertechnologie niet zo veel verder schijnen dan met een moderne, krachtige LED-koplamp. De technologie is overigens, zo lezen we tussen de regels, nutteloos. De beste LED- en laserlampen schijnen verder dan het menselijk oog details kan waarnemen.
Selectief zijn
Tegenwoordig ligt de nadruk veeleer op het selectief belichten. Te straffe lampen zijn immers nauwelijks bruikbaar… ze verblinden iedereen. De oplossing is het selectief dimmen van delen van het te belichten oppervlak. Daar waar camera’s en sensoren tegenliggers opmerken bijvoorbeeld. Dat bestaat al een tijdje, maar de resolutie wordt almaar. hoger. Daardoor kan je steeds meer profiteren van je goede koplampen. In een testomgeving zijn de volgende generatie koplampen al zo verfijnd dat VW ze als grap gebruikte om een reclamefilmpje mee op een muur te projecteren. Zwart-wit, natuurlijk, want kleur geven ze (nog) niet weer.
Gezien worden
Gaat het vooraan de auto vooral om zien, dan is het bij richtingaanwijzers en achterlichten vooral een zaak van gezien worden. Ook op dat vlak wordt geïnnoveerd. Natuurlijk is het zo dat nieuwe verlichtingsmethodes ook hun intrede maken in die lampen. LEDs zijn inmiddels veeleer norm dan uitzondering en de volgende stap zijn de OLEDs. Nog eens zuiniger, egaler verlicht, flexibeler van vorm (leuk voor de designers) en makkelijk individueel aan te sturen. Aan het inherente veiligheidsaspect zit ook een dynamische component. Het menselijk oog merkt iets veel sneller op wanneer het beweegt, dan wanneer het gewoon van staat verandert. Daarom zijn extra remlichten beter dan lichten die gewoon wat harder gaan schijnen. Daarom worden de dynamische richtingaanwijzers (LEDs die van de binnen- naar de buitenkant ‘lopen’) beter opgemerkt. Het is ook de reden dat Volkswagen tegenwoordig gebruikt maakt van remlichten die vaak anders georiënteerd zijn dan de normale lichten. De staart van de Passat bijvoorbeeld: horizontale LEDs zorgen voor de conventionele verlichting, maar wanneer je remt worden ze vervangen door verticale lichtstreepjes. Dat spreekt allemaal een oer-instinct aan. Van toen de mensheid nog in de bomen hing en moest uitkijken voor roofdieren. Sabeltandtijgers en zo.
Communicatie
“Je kan het zo zot niet verzinnen of het wordt onderzocht”Aangeven dat je vertraagt of van richting verandert, dat is ook al communicatie. Net zoals gewone standlichtjes eigenlijk al je aanwezigheid communiceren aan de buitenwereld. Vraag het aan de ingenieurs en er is voor verlichting nog een veel grotere communicatieve rol weggelegd in de toekomst. Maar de communicatiefuncties moeten wat binnen de perken blijven.”Anders gaat de cruciale informatie verloren”, klinkt het er. En vervolgens bewijzen de ontwerpteams hoe je daar allemaal mee zou kunnen overdrijven. Zowel met de positie waar je het licht aanbrengt (bijna overal, eigenlijk) als met de functies. Markeerlijnen bij het parkeren. Pijltjes op de weg om aan te geven dat je van richting wil veranderen. Iconen die duidelijk maken dat er een file is. Op de ondergrond projecteren hoever een deur opengaat. De zijruit rood laten gloeien wanneer je je deur wil open doen met iemand in de dode hoek. Tot een rood en een groen lampje dat aangeeft of een deur open of gesloten is. Mercedes had dat al in de jaren negentig op de toenmalige E- en S-Klasse, maar inmiddels zijn het deskundig ingewerkte ledstrips geworden. Bekijk het licht van de toekomst gerust als geavanceerde displays. Die zullen je laten weten of je auto helemaal opgeladen is wanneer je ernaar toe stapt, en kunnen ook zaken als stop-tekens of een gevarendriehoek weergeven. Je kan het zo zot niet verzinnen of het wordt onderzocht.
Goudmijn
Natuurlijk is de motivatie voor al die ontwikkelingsijver niet louter altruïsme. Licht is een goudmijn. Er is geen enkele andere reden dat verschillende versies van dezelfde auto andere lichten krijgen. Klanten tellen graag extra euro’s neer om door een lichtanimatie begroet te worden, om een slanke LEDstrip als dagrijlicht te krijgen in plaats van een simpel bolletje. In het topsegment is het blauwe accent van laserlicht soms meer dan tienduizend euro waard aan z’n bezitter. Omdat die het verschil ziet? Ga weg. Status, dat is het. Dat mag wat kosten. In de toekomst wordt het nog veel gekker. VW droomt al van een ‘app’ waarin je tegen betaling andere functies, opstartanimaties of een nieuw lichtdesign kan ontgrendelen. Het licht is nog niet uitgemolken.
De conclusie?
Licht evolueert almaar sneller. Nieuwe technologie biedt meer mogelijkheden voor de ingenieurs en meer vrijheid voor ontwerpers. Communicatie en design. En de automerken verdienen er een dikke schel kaas op hun boterham mee. Het wordt allemaal nog beter, dat toonde VW. En gekker. Van twee derde van de vindingen kan je je afvragen wat het bijdraagt.