Autodesign is een vak apart. Er komt een immens pak voorschriften bij kijken, heel wat teken- en rekentalent en er is een onderscheid tussen in- en exterieurdesign. Deze keer buigen we ons over het tweede.
Familiegezicht
Een mooie koets alleen is niet voldoende. Voor een autobouwer is het in de eerste plaats belangrijk dat het design van z'n vierwielers een bepaalde emotie oproept. Die emotie moet dan weer representatief zijn voor het merk. Een Jeep moet stoer ogen, een Audi zakelijk en ga zo maar door. Herkenbaarheid is - voor de producent, met name - enorm belangwekkend. En nu nog veel meer dan vroeger, gezien de automobiele jungle waarin we ons tegenwoordig bevinden. Opvallen is belangrijk, maar minstens even van tel is het zogeheten ‘familiegezicht’.
In de praktijk komt het neer op een consequent toegepast design van de neus, zodat je als weggebruiker meteen in de smiezen hebt of de naderende auto een Citroën, Toyota of wat dan ook is. De vormgeving van de koplampen en het radiatorrooster is daarbij cruciaal. Het bekendste en meest succesvolle voorbeeld is wellicht BMW. Die constructeur teert al sinds mensenheugenis op de typerende 'niertjes' geflankeerd door cirkelvormige kijkers. En dit in tegenstelling tot vele andere merken die om de x-aantal jaren een nieuwe weg inslaan, zolang het maar op algemene goedkeuring kan rekenen. De moraal? Een auto mag technisch nog zo perfect zijn, als hij er niet aanlokkelijk (en herkenbaar) uitziet, zal niemand ernaar smachten. En eenmaal de juiste designklik gevonden is, wordt er niet snel vanaf geweken.
En wat dan met persoonlijke smaak? Dat is meer cultuurgebonden dan van een subjectieve aard. Vandaar ook dat er in andere markten (afgeleiden van) auto's rondrijden waar de gemiddelde Belg of Nederlander nog nooit van gehoord heeft. Verder draait het grotendeels om het bezitten van de juiste proporties. Ook hier speelt de afzetmarkt soms een rol. En natuurlijk kan een designer die in lijn ligt met de directie niet zomaar doen waar hij of zij zin in heeft. Een auto wordt getekend binnen bepaalde grenzen die met de tijd steeds dichter komen. Een gevolg daarvan is dat moderne auto's steeds meer op elkaar gaan lijken. Dat laatste komt voor een ander deel door trends.
Ik doe, jij doet, zij doen
Trends zijn in autoland, net als in de modewereld, zeer bepalend voor het uitzicht van een auto. Zeer specifieke voorbeelden zijn BMW's 'deconstructivisme' (waarbij holle en bolle oppervlakken strikt van elkaar gescheiden worden) en Audi's single frame grille, maar ook de hele Lexus-lichten-hype valt onder die noemer. En tegenwoordig rijden er ook enorm veel auto's rond met (valse) diffusers en een uitlaatpijp die er geen is. Een andere factor is vooruitgang. We denken dan voornamelijk aan innoverende verlichtingssystemen (van heldere koplampbehuizing naar xenon en in recente termen LED, laser en matrix) alsook aan de opmars van grote wielen en laagprofielbanden, opklapbare spoilers en uiteraard het gebruik materialen zoals aluminium en carbon. Het gewicht moet immers zo laag mogelijk liggen, net als het zwaartepunt, terwijl de ontwerpers bij het boetseren van de neus met zaken als de veiligheid van zwakke weggebruikers rekening moeten houden. Maar ook dat de instap niet te moeilijk verloopt, er voldoende hoofd- en kofferruimte is, er rekening wordt gehouden met een eventuele verandering van smaak van de directie enzovoort, enzovoort. Moeten we nog uitleggen waarom haast geen enkel model een evenbeeld is van de eerder voorgestelde stijlstudie?
Vandaag de dag
Van hoekige auto's in de jaren '80 naar meer afgeronde exemplaren in de jaren '90, zijn we gestrand in een periode waarin scherpe lijnen en zachte vlakken elkaar afwisselen, maar ook waarin aerodynamica en een vloeiend lijnenspel meer dan ooit een centrale rol innemen. Mazda haalt naar eigen zeggen inspiratie uit de natuur, de BMW i8 lijkt ook al door een bioloog ontworpen en er wordt - meer dan nodig, vinden we - met kleurtjes gespeeld. Zeker als er een groen of blauw eco-label aan verbonden is.
Enkele uitzonderingen op de normale gang van zaken zijn modellen met een knipoog naar het verleden. Zoals de Fiat 500, Mini en Ford Mustang, oude recepten zoals de Land Rover Defender en Mercedes G-klasse en een aantal exotische sportwagens die niet bepaald binnen ieders budget liggen. De Porsche 911 is nog een geval apart, samen met de Jeep Wrangler. Dat zijn auto's die er door je jaren wel anders gaan uitzien en vooral ook in lengte en breedte uitzetten, maar tegelijk ook erg trouw blijven aan de basislijnen. Zolang de tijd dit toelaat, zullen we maar zeggen.