Ook binnen Europa zijn er nog grote verschillen tussen de landen onderling. In Zweden is liefst 85% van de nieuwe auto’s voorzien van ESP. In Duitsland in dat 72%, Luxemburg 50%, Frankrijk 42% en in Spanje en België 41%. Nederland, de UK en Italië trekken het gemiddelde omlaat met respectievelijk 37 %, 36 % en 31 %.
De populariteit van ESP wordt nog steeds bepaald door de categorie waartoe het voertuig behoort. Hoewel het systeem tot de standaarduitrusting van alle grote en middelgrote Europese voertuigen behoort, is de aanwezigheid ervan in de categorie van compacte wagens sterk verschillend. Het aantal wagens uitgerust met dit systeem varieert doorgaans van 90 % in landen waar verkeersveiligheid een absolute prioriteit is, tot minder dan 40 % in de minder verkeersbewuste landen. In de categorie van subcompacte wagens (B-segment) ligt dit aantal nog lager. Hoewel het systeem doorgaans optioneel verkrijgbaar is, rijdt slechts één op de twaalf (8%) van deze wagens rond met stabiliteitscontrole.