De structuur van de nieuwe 206 neemt de voornaamste elementen van de berline over, zoals de algemene layout met de wielbasis en de spoorbreedte, de frontpartij, mechanische onderdelen en hulpframe. Om de Coupé Cabriolet dezelfde stijfheid te geven als de berline ging tijdens de ontwikkeling en de fabricage speciale aandacht uit naar de vorm, de inplanting, het materiaal, en de duurzaamheid van componenten van de structuur. De hele structuur met alle verstevigingen, zonder het inklapbare dak of koffer en het scharniersysteem van de kofferklep, weegt slechts 50 kg meer dan de berline. De voornaamste carrosseriepanelen werden ontleend aan de 206 berline, maar met aangepaste luchtinlaten naargelang de motorisatie. De bredere wielkasten zijn afkomstig van de 206 GTI. Het dak van de Coupé Cabriolet is opgebouwd uit 2 wegklapbare panelen. Beide zijn gemonteerd op twee scharnierende armen die de openings- en sluitbeweging geleiden. Tijdens de opening (of sluiting) van het dak weerklinkt een geluidssignaal dat het manoeuvre aankondigt. Tevens worden de vier zijruiten geopend. Wanneer de achterste zitplaatsen niet ingenomen zijn kan een windscherm geïnstalleerd worden dat het interieur van turbulenties vrijwaard.
Onder de motorkap - die bij alle 206’jes hetzelfde is - ligt een nieuwe 110 pk sterke 1.6 16-klepper. Het motorblok is rechtstreeks afgeleid van 120 pk versie van de TU5J4 die in de 106 GTI het mooie weer maakt. Hier zorgen de 110 pk’s voor een top van 193 km/h en een optrektijd van 11,2 sec tot 100 km/h. De tweede optie is de 2.0 16v van 138 pk die ook in de 206 GTI ligt. Dergelijk vermogen en een koppel van 190 Nm zorgt dat de sportiefste CC 204 km/h snel is en het spurtje tot 100 Km/h in 9,4 sec rond maakt. Beide motoren worden standaard gekoppeld aan de manuele vijfversnellingsbakken uit de gewone 206’en. Optioneel kan in de 1.6 gekozen worden voor een viertrapsautomaat van het auto-adaptieve type.
Binnenin vinden we dezelfde architectuur terug als in de berlines. Specifiek voor de alle CC’s zijn de sportstoelen die extra steun bieden. Het achtercompartiment werd volledig herontworpen en aangepast aan de Coupé Cabriolet. Beide achterste passagiers beschikken over hun eigen kuipstoel met in het midden een bergvak. Bovendien profiteren zij van de maximaal uitgeholde voorstoelen, waardoor extra ruimte vrijkwam voor de knieën. Voorstoelen die ver naar voor schuiven en over een geheugen beschikken maken voor zowel de voorste als de achterste inzittenden het leven makkelijker. Standaard zit je op een stofje, maar je kan ook uit 2 soorten leder kiezen die de boel wat opfleuren.
Zelfs op de goedkoopste 206 CC blijven de belangrijkste opties beperkt tot metaalglanslak, airco, leder, lichtmetalen velgen (op de 1.6), en enkele gadgets die voor verpersoonlijking moeten zorgen (zoals aluminium inlegstukjes, andere kleur van wijzerplaten, alu pedalensetje,ij), waardoor je niet anders kan zeggen dat hij bijzonder rijkelijk is uitgerust. Je rijdt de 1.6 voor 648.000 BEF of € 16.063 naar huis, voor de automaat betaal je 37.000 BEF of 917 EURO extra. De 2.0 moet 708.000 BEF of € 17.550 in het laatje brengen.