De motoren hebben enkele specifieke kenmerken zoals een bescherming tegen corrosie door een lak uit twee componenenten, in het oliecarter geïntegreerde steunen en een aluminium cilinderkop en carter. Olieverversing kan met de druk op een knop en klepspelingsregeling en spanning van de V-riem werden vervangen door automatische systemen voor nog meer gebruiksgemak.
Het programma omvat twee atmosferische versies, met vermogens van 55 en 75pk en een koppel van telkens 155Nm, en drie turboversies met een vermogen van 100, 120 of 150pk. Het koppel bedraagt dan een identieke 275Nm voor de twee minst krachtige turbomotoren en 310Nm voor de topversie. Het gaat steeds om vijfcilindermodellen met een inhoud van 2.5l. VW kan er jaarlijks 5.000 bouwen.