Het exterieur is herkenbaar als een Jeep door het radiatorrooster met zeven verticale lamellen en de uitspringende voorruit, maar de druppelvorm van de koets is geheel nieuw. Vooraan is het geheel breed, maar de achtersteven is smal. Hoog op de achtersteven zitten twee vleugels waarin de achterlichtunits zitten. Die toen tevens dienst als bevestigingspunten voor twee Jeep Rubicon mountainbikes. De achterklep met brede uitsparing zorgt voor een makkelijke toegang tot de achterste opbergruimte. Het ruwe Jeep-imago wordt in stand gehouden door de grote banden met wat Jeep een ‘militair ogend bandenprofiel’ noemt, opengewerkte bumpers, de vormgeving van de koplampen en spiegelbehuizing en de zichtbare voorophanging.
Ondanks compacte buitenafmetingen (3,23m in de lengte, 1,68m in de breedte en 1,58m hoogte) moest het interieur open en ruim ogen. De oplossing van de ontwerpers bestaat uit een grote voorruit en een glazen dak dat doorloopt over de achterste passagiersruimte. Vooraan is er plaats voor twee inzittenden, terwijl achteraan één passagier kan plaatsnemen. Die zitplaats kan ook opgeofferd worden aan bagageruimte. Het stuur, de stuurkolom, de pedalen en het instrumentarium zijn ondergebracht in een eenvoudig gemodelleerde module die verschoven kan worden. Zo kan het model eenvoudig aan een links of rechts sturende bestuurder aangepast worden en zou de Treo zonder wijzigingen op dat vlak de hele wereldmarkt kunnen beslaan. Een tweede module met de radio, de GPS-installatie en de bedieningsinstrumenten van de airco (een aanraakscherm) is verwijderbaar. De stoelen zijn vervaardig uit een koolstofvezelframe waarrond een doorschijnend materiaal werd gegoten.
De amper 816kg zware Jeep Treo wordt aangedreven door twee elektromotoren. Een exemplaar dat de voorwielen voor zijn rekening neemt, en exemplaar dat zorgt voor permanenten vierwielaandrijving door de achterwielen te bevoorraden. De Treo zou ook geschikt zijn voor nieuwe technologieën als drive-by-wire of een aandrijving via een brandstofcel.