De vormgeving moet het beeld oproepen van een exotische, maar vaag bekende levensvorm. Toch is dat niet de voornaamste eigenschap van deze PM. De hoogte en de lengte kunnen namelijk variëren afhankelijk van de noodzaak. De voor- en achterwielen kunnen ten opzichte van elkaar een scherpere hoek vormen, waardoor de wielbasis verkort en de cabine omhoog gaat. De lengte varieert op die manier van een maximale 2,65m, naar een wel heel compacte 1,75m. De hoogte schommelt tussen 1,21m en 1,86m. De breedte blijft met 1,46m constant.
De cabine is toegankelijk via een enkele klep aan de voorzijde. Die bestaat voornamelijk uit de ergonomische stoel (die overigens zakt om de bestuurder te laten plaatsnemen) en een volledig elektronische ‘by wire’ besturingseenheid. Met LEDs op de deurpanelen, de koplampen, de antennes, de zijpanelen, de achterwielenij worden de emoties van de bestuurder in kleurenpatronen geprojecteerd. Eerder al had Toyota de Pod (ook een concept uiteraard) die in staat was het humeur van de inzittenden te peilen.
Een visueel communicatiesysteem, het best te omschrijven als een zwevende projectie, linkt alle PM’s aan elkaar. Zowel de inzittenden als de voertuigen kunnen op die manier informatie uitwisselen. Middels een radargestuurde cruise-control kunnen ze zelfs een peloton vormen. Alleen de bestuurder van de eerste PM moet weten waar hij naar toe gaat, de rest volgt zonder ingreep van de inzittende.