Een jaar na de voorstelling van de Mustang GT Coupé, een concept, stelt Ford in Detroit de definitieve productieversie voor. Een Mustang die in 2005, na enkele minder inspirerende generaties, weer moet aanknopen bij de legende die in 1964 het levenslicht zag. Dat wil zeggen dat de basislay-out met de motor voorin en de aandrijving op de achterwielen ongewijzigd bleef, maar vooral ook dat het nieuwe, meer gedurfde design bol staat van de verwijzingen naar het origineel. Retro, maar niet té. De Mustang blijft intussen wel de meest voordelige ‘Muscle Car’, want in de VS zal het instapmodel voor niet een $ 20.000 te koop zijn. Een echt koopje is het niet, want Ford heeft ook bespaard, daardoor krijgt de instapper nog steeds een V6 onder de kap (niet echt ‘vet’ naar Amerikaanse normen), terwijl een zo goed als antieke en geheel achterhaalde starre as (drielink met een Panhard-stang) gebruikt wordt voor de achterophanging. Nochtans is het volledige chassis nieuw. De voorophanging is gelukkig moderner; Ford gebruikt een systeem McPherson-lay-out. De wielbasis werd niet minder dan 30cm langer, wat resulteert in een ruimer interieur. Het dashboard is klassiek, met een opvallende aluminiumkleurige horizontale balk als blikvanger. Voor de verlichting van het dashboard lanceert Ford de eerste aanpasbare lichtmodule. Daarmee kan de bestuurder afhankelijk van zijn humeur kiezen uit wel 125 verschillende kleurtjes.
De V6 heeft een inhoud van 4 liter en een enkele bovenliggende nokkenas. Daar puurt de constructeur amper 202pk uit, die via een handgeschakelde of automatische vijfbak naar de achterwielen versluisd wordt. Deze krachtbron is afgeleid van de 195pk sterke 3.8 V6 uit het uittredende model. De topversie die de aanduiding GT krijgt, is 300pk sterk. De kracht van de wilde Amerikaanse paarden is daar afkomstig van een 4,6l aluminium V8 met drie kleppen per cilinder.