Tegelijk voorziet de wet in een uitgebreider toepassing van het systeem van onmiddellijke inning (verplichte betaling binnen 5 dagen), waarvan de procedure binnenkort wordt aangepast om de inning te verbeteren. De gevangenisstraf wordt in de meeste gevallen vervangen door het verval van het recht tot sturen behalve voor vluchtmisdrijf, verhinderen van de vaststelling van overtredingen, rijden zonder verzekering, rijden ondanks een intrekking van het rijbewijs, overtredingen met lichamelijke letsels tot gevolg en ernstige gevallen van recidive.
Er werd ook een nieuwe tenlastelegging ingevoerd, voor ongevallen die te wijten zijn aan een gebrek aan vooruitziendheid of voorzorg vanwege de bestuurder met verwondingen of de dood tot gevolg. In het eerste geval gaat het om een gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar en/of een boete van € 275 tot € 5.500. In het tweede geval is het een celstraf van 3 maanden tot 5 jaar en/of een boete van € 275 tot € 11.000.
Gisteren nog verklaarde minister Bert Hanciaux, bevoegd voor verkeer, in het VRT-programma De Zevende Dag dat het de bedoeling was de boete snel op de overtreding te laten volgen, niettemin werd de termijn voor de verzending van het proces verbaal gewijzigd van 8 naar 14 dagen na de vaststelling van de overtreding.
De duur van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs werd aangepast. Vanaf vandaag wordt deze verhoogd van 15 dagen naar 1 maand. De Procureur des Konings kan beslissen deze duur te verlengen tot 3 maand.
De overtredingen op het betalend parkeren, beperkte parkeertijd en het gebruik van parkeerplaatsen voorbehouden aan bewoners, tot slot, verdwijnen uit de strafwet en worden voortaan afgehandeld door de gemeenten.