De Logan is gebouwd op het B-platform dat binnen de Renault-groep al gebruikt wordt voor de Nissan Micra en waar ook de Renault Modus en de volgende generatie Renault Clio gebruik van zullen maken. Onder de kap komen in eerste instantie twee benzinemotoren. Een 1.4l met 75pk en een 1.6l met 90pk. Die zijn afgeleid van bestaande Renault-motoren, maar hebben cilinderkoppen met slechts 2 kleppen per cilinder. Onder meer daardoor moeten ze bestand zijn tegen minder zuivere benzine. Later volgen nog een 1.6l zestienklepper met 107pk en een 65pk sterke 1.5dCi dieselmotor.
Een commercialisering in West-Europa is niet voorzien, maar het model zal op sommige markten wel onder de merknaam Renault verkocht worden. Intussen benadrukt de constructeur dat de Logan aan alle Europese veiligheids- en emissienormen voldoet. In Roemenië, waar de productie intussen al gestart is, zouden volgend jaar 200.000 Logans van de band moeten rollen. De fabriek werd daarvoor geheel gemoderniseerd. Het concern bouwt momenteel ook productievestigingen in Rusland, Marokko, Iran en Columbia. Renault hoopt tegen 2010 jaarlijks wereldwijd 900.000 exemplaren te slijten. Eén van de krachtigste verkoopsargumenten wordt de prijs; afhankelijk van de markt zal tussen die € 5.000 en € 8.000 bedragen. De Franse motorgigant had zich die lage kostprijs tot doel gesteld, maar er waren twijfels over de haalbaarheid.