Onder de lange snuit van de Seven, die voortaan ook wat groter is om plaats te maken voor een radiator met een hogere koelcapaciteit, huist voortaan een 2,3 Ford Duratec motor. Die wordt door Cosworth opgekitteld tot hij 200pk sterk is, maar voldoet niettemin aan de Euro IV-emissienormen. Meteen zit het exclusiviteitscontract voor de hele aandrijflijn, dat MG twee jaar geleden met de constructeur sloot, er op. De CRS 200, zoals het wegversie zal heten, haalt een top van 225km/u en sprint naar 100 in een indrukwekkende 3,7sec. Cosworth levert voor de CRS 260, de circuitvariant, ook nog een versie die uit een identieke cilinderinhoud 260 paarden puurt. Die is net geen 250km/u snel en haalt al na drie tellen 100km/u.
Het buizenchassis werd aangepast om de stijfheid van de constructie met een kwart te verhogen. Achteraan wordt voortaan een onafhankelijke wielophanging gemonteerd terwijl de voorzijde een lay-out krijgt met duwstangen; een opstelling die afkomstig is uit de F1. Om een Europese typegoedkeuring te krijgen, de wegligging te verbeteren en de luchtstroom te optimaliseren wordt het spoor 5cm breder. De regenschelpen over de wielen sluiten voortaan een stuk nauwer aan bij de band. Ook dat is om de aërodynamica een handje te helpen. Aan de binnenzijde wordt het dashboard en de schakelaars vernieuwd en is er extra bergruimte.