Subaru is lid van de GM-group, maar kan in tegenstelling tot pakweg Saab en Opel (die diesels van Fiat-origine onder de kap krijgen) niet profiteren van de technologie die de groep in huis heeft. De structuur voor het inbouwen van een boxermotor is niet geschikt voor een conventionele lijnmotor. Bovendien zou het zwaartepunt dan stijgen, en die toegeving willen de Japanners niet doen. Er wordt niettemin al een tijd gespeculeerd over de ontwikkeling van dieselmotoren volgens het boxer-principe. Daarvan is het bestaan nu bevestigd, al wil de constructeur zich nog niet laten vastpinnen op een datum voor de commercialisering. Er is sprake een 1.8l viercilindermotor en een 3.0l zescilinder die binnen enkele jaren leverbaar zouden zijn. Er wordt nog gewerkt aan transmissies die het hoge koppel van de zelfontbranders aankunnen.
Subaru werkt aan boxer-diesels
Het Japanse Subaru profileert zich als een nichemerk met enkele specifieke kenmerken. Voorwielaangedreven exemplaren worden op bepaalde markten verkocht, maar in Europa is elke geleverde Subaru, van de compacte Justy tot de Forester, er één met een perfect symmetrische vierwielaandrijving. In combinatie met die andere aardigheid van de constructeur, boxermotoren, levert dat zeer gunstige rij-eigenschappen op. Hoewel vierwielaandrijving, niet alleen door de opmars van de SUV, maar ook bij de gezinswagens, in de lift zit, wist de constructeur daar niet van te profiteren. De dieselminnende Europese consument kan immers niet bij Subaru terecht terwijl het dieselaandeel binnen de segmenten waarin Subaru vertegenwoordigd is dat van de benzinemotoren overstijgt. Het merk levert op het Oude Continent jaarlijks 55.000 à 60.000 voertuigen, ongeveer 10% van de productie, maar wil dat optrekken naar 100.000 stuks.
Geef commentaar
comments by Disqus