De DTS krijgt een nieuwe grille, bumpers en Xenonkoplampen terwijl achteraan de LED-achterlichten, de kofferklep en de achterbumper de grootste aanpassingen ten opzichte van het vorige model betekenen. Het interieur is helemaal nieuw. Tussen de aangedreven voorwielen zit een 4,6l V8 benzinemotor die als LD8 275pk sterk is en als L37 290 paarden levert. Beide motoren worden gekoppeld aan een elektronisch gestuurde viertrapsautomaat.
De grootste vooruitgang ten opzichte van de DeVille werd volgens Cadillac in het vooronder geboekt, waar nu gebruik wordt gemaakt van een hulponderstel. De nadruk ligt op een zachte, stille en comfortabele rit en een gestuurde ophanging (Magnetic Ride Control) moet dat mogelijk maken. Verder is de DTS nog uitgerust met ABS, tractiecontrole en noodremhulp.
De DTS zal gebouwd worden in GM’s Hamtramck-productiecenter in Detroit en zou tegen de herfst van 2005 bij de Amerikaanse dealer moeten staan. Buiten de VS en Canada wordt het model naar Mexico, Taiwan, Korea, Japan en enkele landen in het Midden Oosten geëxporteerd. In Europa heeft het model geen slaagkansen.