In 2001 gebruikte Toyota de 1.5l benzinemotor van de Yaris als basis voor z’n 1.4l 4-4D dieselmotor. Dit maal hebben de Japanners het aluminium motorblok van de AZ-motorenfamilie, waartoe de 2.0 en 2.4 benzinemotoren uit de Avensis behoren, als uitgangspunt genomen. Om het blok zo licht en efficiënt mogelijk te maken, wordt een aantal onderdelen -als de water- en oliepomp- geïntegreerd. Beide versies zijn voor 85% gelijk. Toyota verwacht dat de 150pk-versie het beste zal verkopen en mikt op een aandeel van 29% binnen het Avensis-gamma in 2006. Het sterke punt van de krachtbron is de het verloop van de koppelcurve; tussen 2.000 en 3.200t/min. blijft 310Nm ter beschikking.
De krachtigste versie heeft onder meer een common-rail inspuiting die gebruik maakt van piëzo-elektrische injectoren en een geavanceerde catalysator-opstelling (D-CAT) voor op de 150pk-uitvoering. De ingenieurs wisten ook de compressieratio te verlagen tot de uitzonderlijk lage waarde van 15,8:1 (16,8:1 voor de 150pk-uitvoering). Samen met aanpassingen aan het vliegwiel zorgt dat voor een beperking van de geluidsproductie en de trillingen. In dit geval klimt de koppelkromme tussen omwentelingssnelheden van 2.000 tot 2.600t/min naar 400Nm. Beide motoren worden gekoppeld aan een fonkelnieuwe, compacte zesbak die met de hand wordt geroerd.
Met de 150pk-viercilinder 16-klepper tussen de aangedreven voorwielen sleurt de Avensis zichzelf in 9,3 tellen naar 100km/u. De topsnelheid bedraagt 210km/u. Het verbruikgemiddelde blijft beperkt tot 5,9l/100km. De 177pk-uitvoering is maximaal 220km/u snel en haspelt de sprint af in 8,6 seconden. 6,1l kostbaar vocht volstaat om in de gemengde cyclus 100km ver te komen. De breaks hebben telkens een deciliter meer nodig.Wie z’n handtekening onder een bestelformulier wil zetten, kan dat vanaf deze week.