Net als de andere 407’s krijgt de Coupé een groeischeut. De totale lengte van 4,82m is 2 decimeter meer dan de toch al ruime 406 Coupé. De breedte bedraagt 1,78m en daklijn ligt op 1,40m van de grond. Hoewel het nieuwe model niet meer door de Italiaanse stijlstudio, maar door Peugeots eigen ontwerpers werd getekend, blijven de voornaamste stijlkenmerken -als de vloeiende daklijn en de sobere achterpartij- herkenbaar. Het interieur is gebaseerd op dat van de 407, maar beschikt over een aangepast instrumentarium en sportmeubilair. Vooraan bestaat dat uit elegante kuipzetels. Achteraan vinden we een achterbank waarvan het ontwerp duidelijk mikt op gebruik door maximaal twee personen. De bekleding van de deurpanelen, sierlijsten en het dashboard staat een trapje hoger dan wat we in de berline en SW terugvinden. De kofferklep biedt toegang tot laadruimte die 400l groot is. De achterbank laat zich omtoveren in een vlakke laadvloer met een lengte van 1,60m.
Het onderstel wordt niet enkel getrakteerd op een specifieke set veren en dempers; voor een meer dynamisch weggedrag wordt de vrije rijhoogte ten opzichte van de berline met een forse 4,4cm teruggeschroefd. Het aanbod omvat 2 benzinemotoren en één diesel. De instapper wordt een 2.2l viercilinder benzine die 163pk levert de 407 Coupé 222km/u snel maakt. De sprint naar 100km/u neemt 9,2 tellen in beslag. Een 210pk sterke 3.0l V6 haalt 243km/u en doet de verplichte oefening in 8,4 seconden. Dieselliefhebbers worden op de 2,7l zescilinder, die door PSA en Ford gezamenlijk werd ontwikkeld, getrakteerd. Die haalt 230km/u en haspelt de acceleratie naar 100km/u nauwelijks een tiende trager af dan de V6 benzine. Beide benzines worden gekoppeld aan een handgeroerde schakeldoos met zes verhoudingen. De diesel krijgt een zestrapsautomaat van fabrikant ZF. Automatisch schakelen doet de topmotor uit het benzinegamma tegen een meerprijs.