Het dichtst bij serieproductie staat de MPW, wat staat voor “Mom’s Personal Wagon”. Dat model meet 3,40m in de lengte en kreeg een zeer compact monovolumekoetswerk. De productieversie ervan zou de Alto, die nog voorzien is van een tweevolumekoets, kunnen vervangen. Het interieur biedt plaats aan vier inzittenden. Aan de rechterzijde wordt de toegang tot het interieur verzekerd door twee conventionele portieren. Aan de linkerzijde zijn dat tegengesteld openende deuren. In het vooronder zit een 660cc driecilinder benzinemotor.
Suzuki houdt zich ook bezig met de ontwikkeling van een aandrijflijn die een brandstofcel gebruikt om stroom voor een elektromotor te genereren. Hoe ver het daarmee staat toont Suzuki met de Ionis, die eveneens 3,40m lang is. Mechanische bedieningscomponenten werden volledig geëlimineerd door een tot het uiterste doorgedreven ‘by wire’ structuur. In het interieur wordt alle informatie gegroepeerd op een centraal LCD-display. Met de P.X. surft het merk op de retro-golf, maar het ruime interieur (ook niet verstoken van verwijzigingen naar het verleden) is de grote troefkaart van de studie. Dat is uitzonderlijk ruim, dankzij een zeer lange wielbasis. Die bedraagt 3 meter, op een totale lengte van slechts 4,42m. Voor de aandrijving zorgt een 2-liter benzinekrachtbron die 140pk levert.
De LC is een ultracompacte drievolumer Őslechts 3,20m lang en met een wielbasis van 2,14m- die verwijst naar de eerste Suzuki’s uit de jaren vijftig. De Japanners zijn gek op dergelijke compacte retromodellen. Serieproductie is dan ook niet geheel uitgesloten. Het interieur biedt plaats aan twee inzittenden en ademt dankzij een fijn stuurwiel en een rode bekleding dezelfde fifties-sfeer.