De prestaties zijn zoals verwacht mag worden niet van de minste. Zowel de Avant als de Cabrio vragen voor de spurt naar 100km/u één tiende extra ten opzichte van de sedan en passeren de mijlpaal bijgevolg na 4,9 tellen. De vierdeursversie haalt 200km/u in 16,6 seconden. De Avant kan die oefening in 16,9 en de Cabrio in 17,5 tellen. Zoals steeds wordt de topsnelheid elektronisch afgeregeld op 250km/u. Vanzelfsprekend is het remsysteem aan zoveel geweld aangepast. De zwevende, geperforeerde en uiteraard goed geventileerde schijven vooraan krijgen een diameter van 365mm. Achteraan hebben ze een doorsnede van 324mm. De servotronic stuurbekrachtiging werd ook directer afgesteld. De standaard stabiliteitscontrole kent drie werkingsmodi; geheel ingeschakeld, een positie met actieve stabiliteitscontrole maar uitgeschakelde tractiecontrole, en een stand die geen enkele elektronische inmenging meer oplevert. Tenminste, dat beweert Audi.
Discretie is één van de troeven van de RS4, maar toch blijft al dat potentieel niet onopgemerkt. Een sportophanging legt de koets 30mm lager, de spoorbreedte is groter en dan zijn er natuurlijk nog de koetswerkaanpassingen. Zilverkleurige zijspiegels, een agressievere voorbumper, specifieke zijschorten, een honingraatmotief voor de luchtdoorstroomopeningen en een kont met twee indrukwekkende uitlaten verraden dat het om een niet alledaagse automobiel gaan.