Het koetwerk is voor 69 procent opgebouwd uit aluminium. De stalen componenten, goed voor de resterende 31%, bevinden zich achteraan en moeten zorgen voor een evenwichtige gewichtsverdeling. Dat was, samen met een gebrek aan neerwaartse druk -waardoor Audi het kofferspoilertje moest introduceren- een pijnpunt van de eerste generatie. Om de achteras bij hogere snelheden beter op z’n plaats te houden, komt nu vanaf 120km.u een spoiler uit de achterklep tevoorschijn.
Onder de kap komen een 2.0 TFSI viercilindermotor turbomotor met rechtstreekse injectie (uit onder meer de Golf GTI). Die krachtbron is 200 paarden rijk en stelt de TT in staat om naar 100km/u te accelereren in 6,4 seconden. De top bedraagt 240km/u. Een atmosferische 3,2l V6 is goed voor 250pk en stuwt de TT in 5,7 tellen naar de 100. Hier is de maximale snelheid elektronisch begrensd op 250km/u. Beide versies worden aan een manueel te bedienen zesbak gekoppeld, maar zullen optioneel leverbaar zijn met de S tronic versnellingsbak (DSG). De viercilinder sleept zich nog aan de voorwielen voort, maar de V6 heeft recht op permanente vierwielaandrijving.
Nog steeds staat de TT op het Golf-platform, maar het werd aangepast voor een neutraal tot licht onderstuurd weggedrag. Een breder spoor, grotere velgen (van 16 tot 19 duim) en een aantal ingrepen op het vlak van de elastokinematica moeten het niveau naar dat van een sportwagen tillen. Als optie is een permanent adaptieve demping beschikbaar. Automatische airco en een onderaan afgevlakt, met leder bekleed sportstuur horen tot de standaarduitrusting. De orderboeken worden eind deze maand geopend. De eerste leveringen worden in de loop van september verwacht.