De veiligheidsuitrusting van de E-Klasse omvat standaard het Pre-Safe System. Dat debuteerde in 2002 op de S-Klasse. Het systeem herkent signalen die aan een ongeluk voorafgaan en bereidt de wagen vervolgens bliksemsnel voor op een impact, onder meer door de voorspanners van de gordels te activeren. Andere voorzieningen zijn actieve hoofdsteunen, het eerder al toegelichte Intelligent Light System en adaptieve remlichten. Die gaan bij een noodstop knipperen. Achteropkomende bestuurders zouden op die manier sneller het gevaar inschatten.
Mercedes nam zes van de tien beschikbare motoren onder handen. Het vermogen van de E 200 CDI instapdiesel stijgt met 14pk en bedraagt nu 136pk. Het maximumkoppel evolueert van 270 naar 340Nm. De E 220 CDI tikt voortaan af op 170pk en 400Nm al is er voor de Belgische consument ook een versie met een fiscaal vriendelijker 163pk beschikbaar. De E320 CDI blijft ongewijzigd. Bij de benzinemotoren hebben de ingenieurs zich vooral toegespitst op de versies met vier of acht cilinders. De E 200 Kompressor (een 1.8l) ziet z’n vermogen klimmen tot 184pk terwijl het koppel voortaan aftikt op 250Nm. Aan de top van het motorenpallet is voortaan een nieuwe achtcilinder met een inhoud van 5,5l te vinden. Die migreert uit onder meer de nieuwe S-Klasse en is goed voor 388pk en 530Nm. De berline is er in 5,3 tellen mee bij 100km/u. Dat schreeuwt natuurlijk om een antwoord van AMG en dat komt er in de vorm van de E 63 AMG. Die zal 514pk en 630Nm leveren.
Mercedes voerde tot slot nog aanpassingen door die E een levendiger weggedrag moeten opleveren. Het stuur reageert 10% snediger en een nieuwe silentbloc van de onderste draagarm kan de zijdelingse krachten in bochten beter absorberen, wat een neutraler weggedrag oplevert. De prijzen blijven ongewijzigd, met uitzondering van die van de E 200 CDI en E 220 CDI. Die ondergaan een lichte verhoging omdat de partikelfilter voortaan standaard gemonteerd wordt.