De afgeleide van subdevisie 'M' krijgt een 4.0 liter V8 tussen de voorwielen gelepeld. Een krachtbron die naar schatting goed 400pk naar de achtertrein zal versluizen en zoals steeds agressievere look krijgen. Voor de meer bescheiden fabrieksversies trekt BMW eerder de kaart van sportieve elegantie.
De uittredende Coupé heeft een groot deel van z’n carrière zonder oliestoker moeten stellen. Deze variant komt meteen met een dieselkrachtbron op de markt. De drieliter levert 231pk en stuwt de sportiever gelijnde 3 naar 100 in 6,6 tellen. De top bedraagt 250km/u.
Benzineliefhebbers kunnen kiezen uit een 325i met 218pk, de 330i levert 272pk en in de 335i debuteert een drieliterblok met twee turbo’s. Dat is goed voor 306pk. De instapper sleurt de tweedeurs voorbij de kaap van 100km/u in 7 seconden en houdt het definitief voor bekeken op 3km/u van de begrenzer. De 330i doet de verplichte kuur in 6,1 tellen en de 335i gaat daar nog eens zes tienden onder.