Mercedes voert een aantal onderhuidse aanpassingen door bij de Mercedes CLS. Onder de kap worden niet minder dan drie krachtcentrales afgelost of aangepast. De meest in het oog springende is de 350 CGI. Die zescilinder benzinemotor krijgt Őals eerste krachtbron ter wereld- directe benzine-injectie met piëzo-injectoren. De motor neemt met 9,1l/100km genoegen. Dat is 10% minder dan z’n voorganger, terwijl het vermogen met 20pk steeg tot 292pk. De CLS kan ermee naar 100km/u in 6,7 tellen. De CLS 500 heeft voortaan een 5,5-liter-blok tussen de voorwielen. Dat debuteerde in de S-Klasse en levert 388pk en 530Nm. Een prestatiewinst van 0,7 tellen (tot een sprinttijd van 5,4 seconden) is het gevolg. De CLS 320 CDI ziet bij een gehandhaafd vermogen z’n trekkracht klimmen van 510 naar 540Nm.
Huistuner AMG lost Őom het verschil met de CLS 500 te blijven maken- de CLS 55 AMG af door versie met een 6,3 liter onder de kap (zie archief). De standaard veiligheidsuitrusting wordt opgewaardeerd met het PRE-SAFE-systeem. Dat ‘voelt’ een ongeluk aankomen en bereid de inzittenden voor op een schok. Dat gebeurt onder meer door de ramen te sluiten, de positie van de zetels aan te passen en de gordels aan te spannen. Aan het uiterlijk wijzigt helemaal niets.