De R Zéro moet op vlak van prestaties de Bugatti Veyron naar de kroon steken. De studenten voorzien voor elk van de wielen een in de velg ondergebrachte elektromotor. Die is bij 12.900t/min (!) in principe 183Nm sterk, maar door een reductie in te bouwen klimt dat naar 735Nm. Op die vier wielen samen levert dat een trekkracht van 2940Nm op. De ‘arme’ Bugatti Veyron blijft steken op 1250Nm. De R Zéro is evenwel geen pluimgewicht. De vier motoren wegen 85kg per stuk, maar het batterijpak (800V) zou zo’n 1200kg op de weegschaal zetten. Voeg daar nog de feitelijke auto aan toe en je komt gauw aan 2,2 ton.
Uit berekeningen moet blijken dat ondanks de sportwagen ondanks z’n hoge gewicht in minder dan drie tellen naar 100km/u zou kunnen accelereren. De topsnelheid wordt Őeveneens theoretisch- op dik 450km/u geschat. Om de bolide aan die snelheden op de grond te houden, wordt de luchtstroom onder de wagen door gevoerd. Er is een tunnel tussen de grote grille vooraan en de uitsparing tussen de achterste lichtunits. Dat creëert zuigkracht.