Eén op vijf auto’s die betrokken zijn bij een ongeluk, wordt als totaal verlies bestempeld. Dat is vijf keer meer dan in 1980. En volgens sommige experten zal dat cijfer nog verder stijgen.
Volgens cijfers die persagentschap Bloomberg kon inzien over de Britse en Amerikaanse markt, wordt inmiddels 21 procent van alle bij een ongeluk betrokken auto’s afgeschreven. Ironisch genoeg zijn de rijhulpmiddelen - alle snufjes die bedoeld zijn om een ongeluk te voorkomen - de grote schuldige. De technologie is zo duur dat verzekeraars een herstelling vaak niet meer de moeite vinden.
Rijhulpsystemen maken herstellingen te duur
Het vervangen van de sensoren, camera’s en radars die deel uitmaken van functies als een noodremassistent, rijstrookdetectie, voetgangerdetectie, dodehoekwaarschuwing, automatische verwittiging van de hulpdiensten (met GPS-gegevens) of alarm bij het overschrijden van de maximum toegelaten snelheid, maken een mogelijke herstelling ‘duizenden euro’s’ duurder. Op nieuwe auto’s voor de Europese markt zijn al bovenstaande systemen overigens verplicht.
Volgens Bloomberg maken al die snufjes een situatie die door gestegen loon- en materiaalkosten al ongunstig was, nog slechter. Het suggereert ook dat de rijhulpsystemen verantwoordelijk zijn voor een stijging van de verzekeringstarieven. Die zouden de jongste jaren fors duurder worden.
Elektrische auto minder snel afgeschreven
Het verslag van Bloomberg merkt wel op dat ondanks de hoge herstelkost, elektrische auto’s nog steeds minder vaak als totaal verlies worden bestempeld. Maar het merkt in één adem op dat de fors dalende restwaarde van die auto’s er straks wellicht voor zorgt dat dat niet meer het geval zal zijn.